Language of document :

Beroep ingesteld op 17 juni 2011 - Hongarije / Commissie

(Zaak T-320/11)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Hongarije (vertegenwoordigers: M. Fehér, K. Szíjjártó en K. Veres, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht om:

nietigverklaring van besluit 2011/192/EU van de Commissie van 28 maart 2011 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die Hongarije voor het programma ter ondersteuning van pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) in 2004 heeft verricht;

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster baseert haar beroep op drie middelen.

Ten eerste stelt zij dat de Commissie het recht van de Unie heeft geschonden. De financiële vermindering die de Commissie wegens niet-inachtneming van de voorziene termijn van drie maanden voor het verrichten van Sapard-betalingen heeft toegepast, is onrechtmatig, aangezien de in het recht van de Unie - concreet in artikel 9, lid 6, van verordening (EG) nr. 2222/2000 van de Commissie1 en artikel 8, lid 6, van bijlage A bij het op 15 juni 2001 door de Europese Gemeenschap en de Republiek Hongarije ondertekende meerjarige financiële kader - vastgestelde termijn van drie maanden, anders dan de Commissie stelt, ingaat wanneer de autoriteit beschikt over alle bewijsstukken die nodig zijn om de betalingen uit te voeren. Ingeval om bepaalde redenen aanvullende bewijsstukken nodig zouden zijn, gaat de termijn bijgevolg pas in nadat het laatste van deze aanvullende stukken is overgelegd. Voorts heeft de Commissie ook de beginselen van loyale samenwerking en van bescherming van het gewettigd vertrouwen geschonden, door een financiële vermindering toe te passen in een situatie waarin de Hongaarse autoriteiten erop mochten vertrouwen dat hun betalingsprocedure met het recht van de Unie in overeenstemming was.

Ten tweede stelt verzoekster dat de Commissie bij de vaststelling van het bestreden besluit een beoordelingsfout heeft gemaakt, aangezien zij geen rekening heeft gehouden met uitzonderlijke omstandigheden en gegronde redenen die rechtvaardigden dat er geen financiële vermindering werd toegepast, dan wel, in voorkomend geval, slechts een beperkte vermindering werd toegepast. Als dergelijke omstandigheden gelden concreet de "educatieve" aard van het Sapard-programma en het feit dat het belangrijkste doel van de Hongaarse autoriteiten erin bestond, de economische belangen van de EU te beschermen. De Commissie heeft geen nadeel geleden als gevolg van de niet-inachtneming van de termijn.

Ten derde stelt verzoekster gebrek aan motivering, aangezien in het bestreden besluit niet naar behoren wordt uiteengezet om welke redenen de Commissie heeft besloten tot vermindering over te gaan, hoe het concrete bedrag van de vermindering is berekend, en in het bijzonder waarom de Commissie het niet eens was met de ter zake door het bemiddelingsorgaan geformuleerde standpunt dat er in het onderhavige geval sprake is van uitzonderlijke omstandigheden waarmee bij de toepassing van de vermindering rekening moet worden gehouden.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 2222/2000 van de Commissie van 7 juni 2000 houdende financiële uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 253, blz. 5).