Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 26 mei 2003 ingesteld door Alexandre Tilgenkamp tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-191/03)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 26 mei 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Alexandre Tilgenkamp, wonende te Overijse (België), vertegenwoordigd door Eric Boigelot, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren het besluit van het TABG van 24 juli 2002 tot publicatie van kennisgeving van vacature COM/125/02 voor de post van adjunct-directeur-generaal van het DG "Landbouw";

(nietig te verklaren het besluit van het TABG van 19 november 2002 om een andere kandidaat op die post aan te stellen;

(nietig te verklaren het besluit van het TABG van 27 november 2002 om verzoekers sollicitatie naar die post niet in aanmerking te nemen;

(verweerster te veroordelen tot betaling aan verzoeker van voorlopig een euro op een nader te bepalen bedrag wegens immateriële schade en een bedrag als schadevergoeding wegens immateriële schade en belemmering van de loopbaan, dat ex aequo et bono wordt geraamd op de helft van het definitief te bepalen bedrag van de materiële schade;

(verweerster in elk geval in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker in onderhavige zaak komt op tegen zowel de afwijzing van zijn sollicitatie naar de post van adjunct-directeur-generaal van het DG "Landbouw" (kennisgeving van vacature COM/125/02), als de aanstelling van een andere kandidaat op die post.

Tot staving van zijn conclusies stelt verzoeker schending van de artikelen 7, 25, tweede alinea. 27, derde alinea, 29, lid 1, sub a, en 45, lid 1, van het Statuut en van de op 18 september 1999 vastgestelde gedragsregels voor de aanstelling in de functies van rang A 1 en A 2, onregelmatigheid van de aanstellingsprocedure, bestaan in casu van misbruik van bevoegdheid, alsmede schending van de algemene rechtsbeginselen zoals het wettigheidsbeginsel (niet-inachtneming van de kennisgeving van vacature) en het vertrouwensbeginsel.

Hij voert met name aan dat de aanstelling van de uiteindelijk uitgekozen kandidaat, die reeds eerder was benoemd, van tevoren vaststond, en dat alles in het werk was gesteld om hem opnieuw aan te stellen, met inbegrip van de publicatie van een kennisgeving van vacature nagenoeg ontdaan van wezenlijke elementen, dat wil zeggen juist die elementen die het Gerecht ertoe hebben geleid de eerdere aanstelling van dezelfde kandidaat in dezelfde post nietig te verklaren.(1) Uit objectieve, ter zake dienende en onderling overeenstemmende aanwijzingen blijkt derhalve, dat de litigieuze handelingen zijn vastgesteld om een ander doel te bereiken dan het te goeder trouw ten uitvoer leggen van het arrest van 9 juli 2002.

____________

1 - )Arrest van het Gerecht van 9 juli 2002 in zaak T-158/01, A. Tilgenkamp/Commissie (nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie).