Language of document : ECLI:EU:T:2011:770





Beschikking van de president van het Gerecht van 22 december 2011 – Al‑Chihabi/Raad

(Zaak T‑593/11 R)

„Kort geding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden en financiële middelen – Verzoek om voorlopige maatregelen – Geen spoedeisendheid – Geen ernstige en onherstelbare schade”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Causaal verband tussen gestelde schade en bestreden handeling – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 14‑16)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Schade die later kan worden hersteld in kader van beroep tot – Schade die niet als onherstelbaar kan worden aangemerkt (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 21‑24, 26)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Morele schade die in kort geding niet beter kan worden hersteld dan in hoofdzaak (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering, art. 104, lid 2) (cf. punten 32‑34)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Schade in verband met schending van bepaalde fundamentele rechten – Recht van eigendom en recht van vrije uitoefening van economische activiteit – Geen absolute bescherming (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering, art. 104, lid 2) (cf. punten 41‑42)

Voorwerp

In wezen verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van besluit 2011/522/GBVB van de Raad van 2 september 2011 houdende wijziging van besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 228, blz. 16), van verordening (EU) nr. 878/2011 van de Raad van 2 september 2011 tot wijziging van verordening (EU) nr. 422/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 228, blz. 1), van besluit 2011/684/GBVB van de Raad van 13 oktober 2011 houdende wijziging van besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 269, blz. 33), en van verordening (EU) nr. 1011/2011 van de Raad van 13 oktober 2011 tot wijziging van verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 269, blz. 18), voor zover deze teksten betrekking hebben op verzoeker

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.