Language of document : ECLI:EU:T:2012:690

ARREST VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

13 december 2012

Zaken T‑197/11 P en T‑198/11 P

Europese Commissie en Guido Strack

tegen

Guido Strack en Europese Commissie

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Toegang tot documenten – Artikelen 26 en 26 bis van het Statuut – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Bevoegdheid van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Niet-ontvankelijkheid van beroep in eerste aanleg – Geen bezwarend besluit – Artikel 90, sub a, van het Reglement voor de procesvoering”

Betreft:      Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 20 januari 2011, Strack/Commissie (F‑121/07), en strekkende tot vernietiging van dat arrest.

Beslissing:      De zaken T‑197/11 P en T‑198/11 P worden gevoegd voor het onderhavige arrest. Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 20 januari 2011, Strack/Commissie (F‑121/07) wordt vernietigd, voor zover dit Gerecht zich bevoegd heeft geacht om kennis te nemen van een beroep tot nietigverklaring van een op grond van verordening nr. 1049/2001 genomen besluit. De hogere voorziening in de zaak T‑198/11 P wordt afgewezen. Strack zal zijn eigen kosten dragen in de zaken T‑197/11 P en T‑198/11 P alsmede de kosten die de Europese Commissie heeft gemaakt in zaak T‑198/11 P. De Commissie zal haar eigen kosten dragen in zaak T‑197/11 P. Strack wordt veroordeeld tot betaling aan het Gerecht van een bedrag van 2 000 EUR ter vergoeding van een deel van de kosten die het heeft moeten maken.

Samenvatting

1.      Hogere voorziening – Voorwerp – Vordering tot vernietiging van een arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken voor zover daarbij een tegen een uiteindelijk ongegrond verklaard beroep opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid is verworpen – Ontvankelijkheid

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 9)

2.      Beroepen van ambtenaren – Bevoegdheid van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Beroep tot nietigverklaring betreffende op basis van verordening nr. 1049/2001 vastgestelde besluiten – Daarvan uitgesloten – Verzoeken om toegang tot individuele en medische dossiers op basis van de artikelen 26 en 26 bis van het Statuut – Daaronder begrepen

(Art. 230 EG en 236 EG; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 1; Ambtenarenstatuut, art. 90, lid 2, en 91, lid 1; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 8, lid 1)

3.      Gerechtelijke procedure – Nieuwe toewijzing van zaak wegens interne reorganisaties van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Schending van het beginsel van de wettelijke rechter – Geen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 12‑14)

4.      Gerechtelijke procedure – Gezag van gewijsde – Draagwijdte

5.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Grondrechten – Eerbiediging gewaarborgd door de Unierechter – Inaanmerkingneming van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens – Recht op eerlijk proces – Draagwijdte

(Art. 6, lid 3, VEU)

6.      Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toezicht door het Gerecht op beoordeling van bewijsstukken – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting

(Art. 257 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 11)

7.      Ambtenaren – Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van aanwijzing van gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 257 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 11; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 138, lid 1, eerste alinea, sub c)

8.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ambtshalve door rechter aangevoerd middel – Middel ontleend aan verontschuldigbare fout – Daarvan uitgesloten

9.      Ambtenaren – Beroepen van ambtenaren – Bezwarend besluit – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

10.    Gerechtelijke procedure – Duur van administratieve procedure voor het Gerecht voor ambtenarenzaken – Redelijke termijn – Beoordelingscriteria

11.    Gerechtelijke procedure – Gerechtskosten – Voor het Gerecht in het kader van hogere voorziening veroorzaakte nodeloze of vexatoire kosten – Veroordeling van ambtenaar tot terugbetaling van die kosten

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 90, sub a)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 27 en 33)

Referentie:

Hof 23 maart 2004, Ombudsman/Lamberts, C‑234/02 P, Jurispr. blz. I‑2803, punten 32 en 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak; Hof 22 februari 2005, Commissie/max.mobil, C‑141/02 P, Jurispr. blz. I‑1283, punt 50; Hof 7 juni 2007, Wunenburger/Commissie, C‑362/05 P, Jurispr. blz. I‑4333, punt 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak

2.      Besluiten die zijn gebaseerd op verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, kunnen niet worden gelijkgesteld met bezwarende besluiten in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut, vanwege de verschillen tussen hun respectieve vaststellingsprocedures en tussen de voorwaarden waaronder de wettigheid ervan kan worden betwist. Eenzelfde besluit kan derhalve niet gelijktijdig worden aangemerkt als bezwarend besluit in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut, en als voor beroep vatbaar besluit in de zin van verordening nr. 1049/2001.

Aangezien zijn bevoegdheid is beperkt tot geschillen die betrekking hebben op de wettigheid van een bezwarend besluit in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut, is het Gerecht voor ambtenarenzaken niet bevoegd om kennis te nemen van een beroep tot nietigverklaring voor zover dit betrekking heeft op besluiten die zijn vastgesteld op basis van verordening nr. 1049/2001. Het Gerecht voor ambtenarenzaken is daarentegen wel bevoegd om kennis te nemen van op de artikelen 26 en 26 bis van het Statuut gebaseerde verzoeken om toegang tot een individueel dossier en tot het medisch dossier.

(cf. punten 49, 53 en 54)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 70‑74)

Referentie:

Hof 15 oktober 2002, Limburgse Vinyl Maatschappij e.a./Commissie, C‑238/99 P, C‑244/99 P, C‑245/99 P, C‑247/99 P, C‑250/99 P–C‑252/99 P en C‑254/99 P, Jurispr. blz. I‑8375, punten 33‑39; Hof 2 oktober 2003, Salzgitter/Commissie, C‑182/99 P, Jurispr. blz. I‑10761, punten 28‑37

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 87)

Referentie:

Hof 30 september 2003, Köbler, C‑224/01, Jurispr. blz. I‑10239, punt 38; Hof 29 juni 2010, Commissie/Luxemburg, C‑526/08, Jurispr. blz. I‑6151, punt 27 en aldaar aangehaalde rechtspraak

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 111‑113)

Referentie:

Hof 15 december 2011, Altner/Commissie, C‑411/11 P, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punten 13‑15 en aldaar aangehaalde rechtspraak

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 125)

Referentie:

Gerecht 16 december 2010, Lebedef/Commissie, T‑52/10 P, punt 73

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 157)

Referentie:

Lebedef/Commissie, reeds aangehaald, punt 35

8.      Het Gerecht voor ambtenarenzaken onderzoekt ambtshalve middelen van openbare orde betreffende de ontvankelijkheid van een beroep tot nietigverklaring. Het is daarentegen niet gehouden om ambtshalve te onderzoeken of sprake is van een verontschuldigbare fout, aangezien een dergelijke fout moet worden gesteld door de partij die zich daarop wil beroepen.

(cf. punt 166)

9.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 179 en 184‑186)

Referentie:

Hof 10 januari 2006, Commissie/Alvarez Moreno, C‑373/04 P, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 42 en aldaar aangehaalde rechtspraak

Gerecht 3 april 1990, Pfloeschner/Commissie, T‑135/89, Jurispr. blz. II‑153, punt 11; Gerecht 6 juni 1996, Baiwir/Commissie, T‑391/94, JurAmbt. blz. I‑A‑269 en II‑787, punt 34; Gerecht 18 juni 1996, Vela Palacios/ESC, T‑293/94, JurAmbt. blz. I‑A‑305 en II‑893, punt 22; Gerecht 29 juni 2004, Hivonnet/Raad, T‑188/03, JurAmbt. blz. I‑A‑199 en II‑889, punt 16; Gerecht 9 september 2008, Marcuccio/Commissie, T‑144/08, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑51 en II‑A‑2‑341, punt 25

10.    Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 267 en 268)

Referentie:

Hof 17 december 1998, Baustahlgewebe/Commissie, C‑185/95 P, Jurispr. blz. I‑8417, punt 29; Hof 26 maart 2009, Efkon/Parlement en Raad, C‑146/08 P, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 52 en aldaar aangehaalde rechtspraak

11.    Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 282‑285)