Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 7 mei 2021 – A

(Zaak C-296/21)

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Korkein hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: A

Verwerende partijen: Helsingin poliisilaitos, Poliisihallitus

Prejudiciële vragen

In geval van overbrenging van onbruikbaar gemaakte vuurwapens binnen de Unie en gelet op de voorschriften van richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/51/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008, alsmede de bepalingen van de uitvoeringsverordening (EU) 2015/24032 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn, met name artikel 3, lid 1, van deze verordening:

a)    kan een door een nationale autoriteit bevestigde controlerende entiteit die een certificaat van onbruikbaarmaking heeft afgegeven, ook dan als entiteit in de zin van de vuurwapenrichtlijn en de artikelen 3 en 7 van verordening 2015/2403 worden beschouwd, hoewel zij niet voorkomt op de lijst die de Commissie heeft gepubliceerd overeenkomstig artikel 3, lid 3, van deze verordening, wanneer verschillende autoriteiten van de betrokken lidstaat aan de overbrenger van de wapens hebben meegedeeld dat die controlerende entiteit, die de rechtsvorm van een GmbH heeft en die het certificaat heeft afgegeven, daartoe gemachtigd is volgens die verordening, en

b)    kan, in plaats van via een vermelding in de op de website van de Commissie gepubliceerde lijst als bedoeld in artikel 3, lid 3, van de verordening, ook aan de hand van een ander, van een nationale autoriteit verkregen bewijs worden aangetoond dat een controlerende entiteit door een lidstaat gemachtigd is om wapens onbruikbaar te maken, zodat een door deze controlerende entiteit afgegeven certificaat van onbruikbaarmaking aldus aan de eisen van de verordening voldoet en een lidstaat het in een andere lidstaat afgegeven certificaat van onbruikbaarmaking moet erkennen volgens artikel 7, lid 2, van de verordening?

____________

1     Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB 2008, L 179, blz. 5).

2     Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn (PB 2015, L 333, blz. 62).