Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 juli 2020 – Europese Commissie / Roemenië

(Zaak C-549/18)1

(„Niet-nakoming – Artikel 258 VWEU – Voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering – Richtlijn (EU) 2015/849 – Geen omzetting en/of geen mededeling van omzettingsmaatregelen – Artikel 260, lid 3, VWEU – Verzoek om veroordeling tot betaling van een forfaitaire som”)

Procestaal: Roemeens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Scharf, L. Flynn, G. von Rintelen, L. Nicolae en L. Radu Bouyon, gemachtigden)

Verwerende partij: Roemenië (vertegenwoordigers: aanvankelijk C.-R. Canţăr, E. Gane, L. Liţu en R. I. Haţieganu, vervolgens de drie laatsten, gemachtigden)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: C. Pochet, P. Cottin en J.-C. Halleux, gemachtigden), Republiek Estland (vertegenwoordiger: N. Grünberg, gemachtigde), Franse Republiek (vertegenwoordigers: A.-L. Desjonquères, B. Fodda en J.-L. Carré, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Dictum

Door niet binnen de in het met redenen omklede advies van 8 december 2017 gestelde termijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen te hebben vastgesteld om te voldoen aan richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, en door die bepalingen bijgevolg evenmin aan de Europese Commissie te hebben medegedeeld, is Roemenië de verplichtingen die op hem rusten krachtens artikel 67 van richtlijn 2015/849 niet nagekomen.

Roemenië wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van een forfaitaire som van 3 000 000 EUR.

Roemenië wordt verwezen in de kosten.

Het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Franse Republiek en de Republiek Polen dragen hun eigen kosten.

____________

1 PB C 381 van 22.10.2018.