Language of document : ECLI:EU:T:2014:584

Zaak T‑541/11

(gedeeltelijke publicatie)

Fundação Calouste Gulbenkian

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt

(merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk GULBENKIAN – Bekend nationaal merk, handelsnaam en oudere nationale logo’s Fundação Calouste Gulbenkian – Relatieve weigeringsgronden – Bewijs van bestaan van oudere rechten – Artikel 8, leden 1, sub b, 4 en 5, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 90, sub a, van het Reglement voor de procesvoering”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 26 juni 2014

Procedure – Kosten – Invorderbare kosten – Door een partij ten laste van het Gerecht veroorzaakte onnodige kosten – Vertolkingskosten

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 90, sub a)

Volgens artikel 90, sub a, van het Reglement voor de procesvoering kan het Gerecht een partij veroordelen tot terugbetaling van de onnodige kosten die zij ten laste van het Hof heeft veroorzaakt. Overeenkomstig die bepaling moet een interveniënt worden veroordeeld tot terugbetaling van de vertolkingskosten die zijn veroorzaakt door zijn verzoek om ter terechtzitting, waarop hij niet is verschenen, in zijn eigen taal te mogen pleiten.

(cf. punten 49, 50)