Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 16 november 2023 door Galina Evgenyevna Pumpyanskaya tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 6 september 2023 in zaak T-272/22, Pumpyanskaya / Raad

(Zaak C-695/23 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Galina Evgenyevna Pumpyanskaya (vertegenwoordigers: G. Lansky, P. Goeth, A. Egger en E. Steiner, Rechtsanwälte)

Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht van 6 september 2023 in zaak C-272/22 te vernietigen;

zelf de zaak af te doen en besluit (GBVB) 2022/3971 van de Raad van 9 maart 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, en uitvoeringsverordening (EU) 2022/3962 van de Raad van 9 maart 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, nietig te verklaren voor zover zij betrekking hebben op rekwirante, en de Raad van de Europese Unie te verwijzen in de kosten, daaronder begrepen de kosten van de procedure voor het Gerecht;

of, subsidiair aan hetgeen wordt gevorderd onder het tweede streepje, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe uitspraak in overeenstemming met de beslissing van het Hof over de rechtsvragen, en de beslissing omtrent de kosten aan te houden.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het heeft geoordeeld dat de Raad geen beoordelingsfout had gemaakt door rekwirante aan te merken als “verbonden” met “vooraanstaande zakenlieden [...] die betrokken zijn bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie” in de zin van artikel 2, lid 1, en, korter geformuleerd, artikel 1, lid 1, van besluit 2014/145/GBVB van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit (GBVB) 2022/3291 van de Raad van 25 februari 2022, en van artikel 3, lid 1, van verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2022/3302 van de Raad van 25 februari 2022.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het heeft geoordeeld dat de Raad de grondrechten van rekwirante niet had geschonden. Het Gerecht heeft inzonderheid blijk gegeven van een onjuiste opvatting waar het heeft geoordeeld dat de wettelijke bepalingen die aan de beperkende maatregelen ten grondslag lagen, het rechtszekerheidsbeginsel niet schonden, dat de opgelegde maatregelen de grondrechten van rekwirante eerbiedigden en dat zij evenredig waren.

____________

1 PB 2022, L 80, blz. 31.

1 PB 2022, L 80, blz. 1.

1 Besluit (GBVB) 2022/329 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 50, blz. 1).

1 Verordening (EU) 2022/330 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 51, blz. 1).