Language of document : ECLI:EU:T:2021:580


 


 



Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 15 september 2021 –
Ashworth e.a./Parlement

(Zaken T720/19–T725/19)

„Institutioneel recht – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Wijziging van de vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Kennisgeving over de vaststelling van de vrijwillige aanvullende pensioenrechten – Exceptie van onwettigheid – Bevoegdheid van het bureau van het Parlement – Verworven rechten en aanspraken – Evenredigheid – Gelijke behandeling – Rechtszekerheid”

1.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Bevoegdheid van het bureau van het Parlement om dat besluit vast te stellen

(Besluit 2005/684 van het Europees Parlement; besluit van het bureau van het Europees Parlement houdende de uitvoeringsbepalingen van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 76; reglement van het Europees Parlement, art. 25, lid 3; regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, bijlage VII)

(zie punten 3338)

2.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Invoering van een bijzondere heffing op de pensioenen van de bij de aanvullende pensioenregeling aangesloten leden van het Parlement – Fiscale kwalificatie van die heffing – Criteria – Heffing die niet kan worden beschouwd als een belasting of als een maatregel die verband houdt met de belastingregeling voor leden van het Parlement

(Art. 223, lid 2, VWEU)

(zie punten 4351)

3.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Regelgevende handeling van algemene strekking – Toelaatbaarheid van een motivering die alleen de situatie in haar geheel die tot de vaststelling van de handeling heeft geleid en de met de betreffende handeling nagestreefde algemene doelstellingen vermeldt – Besluit dat is genomen in een voor de adressaten bekende context

(Art. 296, tweede alinea, VWEU)

(zie punten 5660)

4.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Verworven rechten en aanspraken – Schending – Geen

(Besluit 2005/684 van het Europees Parlement, art. 27; besluit van het bureau van het Europees Parlement houdende de uitvoeringsbepalingen van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 76, lid 2; reglement van het Europees Parlement, art. 25)

(zie punten 6873, 7685)

5.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen – Schending – Geen

(zie punten 90, 91)

6.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd – Invoering van een bijzondere heffing op de pensioenen van de bij de aanvullende pensioenregeling aangesloten leden van het Parlement – Evenredigheidsbeginsel – Schending – Geen

(zie punten 96105)

7.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Beginsel van gelijke behandeling – Schending – Geen

(Besluit 2005/684 van het Europees Parlement; regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, bijlage VII)

(zie punten 110118)

8.      Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vrijwillige aanvullende pensioenregeling – Besluit van het bureau van het Europees Parlement tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden met betrekking tot bepaalde voorwaarden van de aanvullende pensioenregeling – Rechtzekerheidsbeginsel – Schending – Geen

(zie punten 122127, 129134)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van de besluiten van het Parlement in de kennisgevingen over de vaststelling van de vrijwillige aanvullende pensioenrechten van verzoekers, voor zover daarbij een bijzondere heffing van 5 % op het nominale pensioenbedrag voor de na 1 januari 2019 vastgestelde pensioenen wordt ingevoerd, die rechtstreeks in het vrijwillig aanvullend pensioenfonds wordt gestort, overeenkomstig het besluit van het bureau van het Europees Parlement van 10 december 2018 tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement (PB 2018, C 466, blz. 8)

Dictum

1)

De zaken T‑720/19 tot en met T‑725/19 worden gevoegd voor het arrest.

2)

De beroepen worden verworpen.

3)

Richard Ashworth en de overige verzoekende partijen, van wie de namen in de bijlage zijn opgenomen, worden verwezen in de kosten.