Beschikking van het Gerecht van 9 april 2013 – Zuckerfabrik Jülich / Commissie
(Zaak T-66/10)1
[„Landbouw – Suiker – Productieheffingen – Gedeeltelijke nietigverklaring en ongeldigverklaring van verordening (EG) nr. 1193/2009 na instelling van beroep – Afdoening zonder beslissing”]
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Zuckerfabrik Jülich GmbH (voorheen Zuckerfabrik Jülich AG) (Jülich, Duitsland) (vertegenwoordigers: H.-J. Prieß en B. Sachs, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Rossi en B. Schima, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Diez Moreno, vervolgens A. Rubio Gonzâlez, abogados del Estado) en Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Janeckaitè en R. Krasuckaitè, vervolgens R. Krasuckaitè en R. Mackevičienè, gemachtigden)VoorwerpNietigverklaring van verordening (EG) nr. 1193/2009 van de Commissie van 3 november 2009 houdende rectificatie van de verordeningen (EG) nr. 1762/2003, (EG) nr. 1775/2004, (EG) nr. 1686/2005 en (EG) nr. 164/2007 en houdende vaststelling van de bedragen van de productieheffingen in de sector suiker voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004, 200
rijk Span
je (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Diez Moreno, vervolgens A. Rubio Gonzâlez, abogados del Estado) en Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Janeckaitè en R. Krasuckaitè, vervolgens R. Krasuckaitè en R. Mackevičienè, gemachtigden)VoorwerpN