Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 2 augustus 2016 – Mommer / Commissie
(Zaak F-146/12)1
(Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Overdracht aan de pensioenregeling van de Unie van krachtens andere pensioenregelingen verworven pensioenrechten – Voorstel voor extra pensioenjaren – Geen bezwarend besluit – Kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Anne Mommer (Brussel, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis, É. Marchal en D. de Abreu Caldas, advocaten, vervolgens S. Orlandi, J.-N. Louis en D. de Abreu Caldas, advocaten, en ten slotte S. Orlandi, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Martin en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, en ten slotte G. Gattinara, gemachtigde)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van het besluit tot overdracht van verzoeksters pensioenrechten aan de pensioenregeling van de Unie, waarbij toepassing wordt gegeven aan de nieuwe algemene uitvoeringsbepalingen van de artikelen 11 en 12 van bijlage VIII bij het Ambtenarenstatuut
Dictum
Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Elke partij draagt haar eigen kosten.
____________1 PB C 26 van 26.1.2013, blz. 78.