Language of document :

Beroep ingesteld op 7 maart 2011 - Ezzedine/Raad

(Zaak T-131/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Ibrahim Ezzedine (Treichville, Ivoorkust) (vertegenwoordiger: G. Collard, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

vast te stellen dat, wat verzoeker Ibrahim Ezzedine betreft, besluit 2011/17/GBVB van de Raad van 31 januari 2011, op 2 februari 2011 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, niet feitelijk is gegrond,

bijgevolg,

besluit 2011/17/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 nietig te verklaren;

subsidiair, te gelasten dat de naam van Ibrahim Ezzedine van de lijst in bijlage bij bedoeld besluit wordt geschrapt.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn vordering voert verzoeker twee middelen aan:

Eerste middel: schending van de motiveringsplicht aangezien de redenen voor de inschrijving van verzoeker op de lijst van personen en entiteiten waarop beperkende maatregelen van toepassing zijn, stereotiep zijn en er geen melding wordt gemaakt van enig precies feitelijk element aan de hand waarvan de gegrondheid van de bedoelde inschrijving kan worden nagegaan.

Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout aangezien verzoeker wordt verweten dat hij heeft bijgedragen aan de financiering van het onwettige bestuur van L. Gbagbo, terwijl verzoeker daarentegen enkel een activiteit als privé-ondernemer uitoefende en bij wege van betaling van belastingen en heffingen dus louter bijdroeg aan de financiering van de Republiek Ivoorkust en niet aan een welbepaald regime.

____________