Language of document : ECLI:EU:C:2016:118





Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 februari 2016 –
Commissie/Nederland

(Zaak C‑22/15) (1)

„Niet-nakoming – Belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Vrijstellingen – Artikel 132, lid 1, onder m) – Diensten die nauw samenhangen met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding – Vrijstelling voor de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen aan leden van watersportverenigingen voor vaar- of ontspanningsactiviteiten die niet kunnen worden gelijkgesteld met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding – Vrijstelling voorbehouden aan leden van watersportverenigingen die voor hun dienstverlening geen gebruik maken van werknemers – Daarvan uitgesloten – Artikel 133, eerste alinea, onder d)”

1.                     Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Vrijstellingen – Vrijstelling voor sommige diensten die nauw samenhangen met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding, door instellingen zonder winstoogmerk verleend aan personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen – Nationale wettelijke regeling houdende vrijstelling van de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen aan leden van watersportverenigingen voor vaar- of ontspanningsactiviteiten die niet kunnen worden gelijkgesteld met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding – Ontoelaatbaarheid [Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 132, lid 1, m)] (cf. punten 21‑25, 28, 29)

2.                     Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Vrijstellingen – Vrijstelling voor sommige diensten die nauw samenhangen met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding, door instellingen zonder winstoogmerk verleend aan personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen – Nationale wettelijke regeling waarbij de vrijstelling wordt voorbehouden aan watersportverenigingen die voor hun dienstverlening geen gebruik maken van werknemers [Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 132, lid 1, m) en 133, eerste alinea, d)] (cf. punten 43‑44)

Dictum

1)

Het Koninkrijk der Nederlanden is de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens de artikelen 2, lid 1, 24, lid 1, en 133 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, in verbinding met artikel 132, lid 1, onder m), van deze richtlijn:

–        door vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde te verlenen voor de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen aan leden van watersportverenigingen die voor hun dienstverlening geen gebruik maken van een of meer personen die in dienstbetrekking bij hen werkzaam zijn, voor vaar- of ontspanningsactiviteiten die niet kunnen worden gelijkgesteld met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding, en

–        door, wanneer de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen gebeurt aan leden die sport beoefenen en de verhuur nauw samenhangt met en onontbeerlijk is voor de beoefening van die sport, de vrijstelling van deze verhuur te beperken tot watersportverenigingen die voor hun dienstverlening geen gebruik maken van een of meer personen die in dienstbetrekking bij hen werkzaam zijn.

2)

Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 228 van 13.7.2015.