Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesarbeitsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 21 augustus 2006 - Gerhard Schultz-Hoff / Deutsche Rentenversicherung Bund

(Zaak C-350/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landesarbeitsgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gerhard Schultz-Hoff

Verwerende partij: Deutsche Rentenversicherung Bund

Prejudiciële vragen

1)    Moet artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88/EG(1) [van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd] (= artikel 7 van richtlijn 93/104/EG) aldus worden uitgelegd, dat een werknemer in ieder geval recht heeft op een jaarlijkse vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken en dat inzonderheid vakantie die een werknemer wegens ziekte niet heeft opgenomen in het vakantiejaar, later mag worden opgenomen, of kunnen nationale wetten en/of gebruiken bepalen dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon vervalt wanneer de werknemer in het vakantiejaar vóór de vakantietoekenning wegens ziekte arbeidsongeschikt wordt en niet opnieuw arbeidsgeschikt wordt vóór het einde van het vakantiejaar respectievelijk het tijdvak van overdracht dat wettelijk is vastgelegd of collectief of individueel is overeengekomen?

2)    Moet artikel 7, lid 2, van richtlijn 2003/88 aldus worden uitgelegd, dat een werknemer bij beëindiging van het dienstverband in ieder geval recht heeft op een financiële vergoeding ter vervanging van verkregen en niet opgenomen vakantie (uitbetaling van vakantie), of kunnen nationale wetten en/of gebruiken bepalen dat een werknemer geen recht heeft op uitbetaling van vakantie wanneer hij tot aan het einde van het vakantiejaar respectievelijk het daaraanvolgende tijdvak van overdracht wegens ziekte arbeidsongeschikt is en/of wanneer hij na beëindiging van het dienstverband een uitkering wegens verminderde verdiencapaciteit of invaliditeit ontvangt?

3)    Indien de eerste en de tweede vraag bevestigend worden beantwoord:

    Moet artikel 7 van richtlijn 2003/88 aldus worden uitgelegd, dat het recht op jaarlijkse vakantie of op financiële vergoeding veronderstelt dat de werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt in het vakantiejaar, of ontstaat het recht ook bij gerechtvaardigde niet-uitvoering (wegens ziekte) of niet-gerechtvaardigde niet-uitvoering van de arbeidsovereenkomst in het volledige vakantiejaar?

____________

1 - () PB L 299, blz. 9.