Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 23 april 2004 ingesteld door ALENIA MARCONI SYSTEMS S.p.A. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-155/04)

Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 23 april 2004 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door ALENIA MARCONI SYSTEMS S.p.A., vertegenwoordigd door F. Sciaudone, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

─    de Commissie te gelasten aan het Gerecht alle stukken over te leggen waarover haar diensten beschikken inzake de door verzoekster ingediende klacht;

─    de bestreden beschikking nietig te verklaren en/of te wijzigen;

─    alle andere door het Gerecht opportuun te achten maatregelen te treffen om te bereiken dat de Commissie haar verplichtingen ingevolge artikel 233 EG nakomt, en in het bijzonder dat zij een nieuw onderzoek naar de op 27 oktober 1997 ingediende klacht opent;

─    de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij de bestreden beschikking is de klacht die op 27 oktober 1987 ingevolge artikel 3 van verordening nr. 17/62 was ingediend door het toenmalige Alenia Difesa, een onderdeel van FINMECCANICA S.p.A., afgewezen op grond dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van de communautaire mededingingsbepalingen op EUROCONTROL en er niet voldoende bewijzen waren voor het in de klacht genoemde misbruik. Verzoekster had in het bijzonder geklaagd over misbruik van machtspositie door EUROCONTROL en de mededingingsverstorende effecten bij de wijze van beheer van de contracten voor de ontwikkeling van prototypen, van de intellectuele eigendomsrechten (IPR's), onder verwijzing naar de contracten voor de levering van materiaal voor Air Traffic Management, alsook bij de verlening van assistentie aan de nationale overheden.

De beschikking wordt allereerst aangevochten wegens schending van artikel 82 EG-Verdrag, en wel in het bijzonder omdat zij weliswaar in beginsel de toepasselijkheid van artikel 82 op EUROCONTROL erkent, maar deze in casu niet relevant acht omdat de activiteiten van deze organisatie op het gebied van normalisatie en assistentie aan de nationale overheden geen economisch karakter zouden hebben.

Naast vorengenoemde schending is de beschikking onrechtmatig omdat de Commissie:

niet ten gronde is ingegaan op de stelling dat de in de klacht genoemde gedragingen inzake de activiteiten van normalisatie, reglementering en validering, alsook de assistentie aan de nationale overheden het karakter van misbruik hadden;

door in wezen, zij het summier, goedkeuring te geven aan het gedrag van EUROCONTROL met betrekking tot de activiteiten van aankoop van prototypen en het beheer van de bijbehorende intellectuele eigendomsrechten, heeft uitgesloten dat deze het karakter van misbruik hebben in de zin van artikel 82 EG-Verdrag.

Ten slotte is de bestreden beschikking onrechtmatig wegens het geheel ontbreken van een adequate motivering dat bepaalde activiteiten van EUROCONTROL geen economisch karakter hebben en dat EUROCONTROL geen gedragingen heeft gepleegd die misbruik in de zin van artikel 82 EG-Verdrag vormen.

____________