Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland op 11 juni 2012 - Digital Rights Ireland Ltd / Minister for Communications, Marine and Natural Resources, Minister for Justice, Equality and Law Reform, de Commissioner of the Garda Síochána, Ierland en de Attorney General

(Zaak C-293/12)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Ireland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Digital Rights Ireland Ltd

Verwerende partijen: Minister for Communications, Marine and Natural Resources, Minister for Justice, Equality and Law Reform, de Commissioner of the Garda Síochána, Ierland en de Attorney General

Prejudiciële vragen

Is de beperking van verzoeksters rechten in verband met het gebruik van mobiele telefonie, welke voortvloeit uit de vereisten van de artikelen 3, 4 en 6 van richtlijn 2006/24/EG, onverenigbaar met artikel 5, lid 4, VEU voor zover zij onevenredig is en niet noodzakelijk of niet geschikt is om de volgende legitieme doelen te bereiken:

het waarborgen dat bepaalde gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit?

en/of

het waarborgen van de goede werking van de interne markt van de Europese Unie?

Meer bepaald,

Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 21 VWEU vervatte recht van de burgers om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven?

Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten en in artikel 8 EVRM vervatte recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer?

Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 8 van het Handvest vervatte recht op bescherming van persoonsgegevens?

Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 11 van het Handvest en artikel 10 EVRM vervatte recht op vrijheid van meningsuiting?

Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 41 van het Handvest vervatte recht op behoorlijk bestuur?

In hoeverre vereisen de verdragen - en in het bijzonder het in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte beginsel van loyale samenwerking - dat een nationale rechterlijke instantie onderzoekt en beoordeelt of de nationale maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/24/EG verenigbaar zijn met de bescherming die wordt geboden door het Handvest van de grondrechten, waaronder artikel 7 daarvan (zoals ingegeven door artikel 8 EVRM)?

____________

1 - Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn 2002/58/EG (PB L 105, blz.54).