Language of document :

Beroep ingesteld op 30 juli 2010 - Clasado / Commissie

(Zaak T-322/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Clasado Ltd. (Milton Keynes, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: G.C. Facenna, Barrister, M.E. Guinness en M.C. Hann, Solicitors)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

gedeeltelijke nietigverklaring van verordeningen (EU) nrs. 382/20101 en 384/20102 van 5 mei 2010 van de Commissie voor zover deze betrekking hebben op de door verzoekster ingediende gezondheidsclaims betreffende BimunoBT (BGOS) Prebiotic; en

verwijzing van verweerster in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoekster krachtens artikel 263 VWEU gedeeltelijke nietigverklaring van verordeningen (EU) nrs. 382/2010 en 384/2010 van de Commissie van 5 mei 2010, voor zover daarbij is beslist dat verzoeksters gezondheidsclaims betreffende BimunoBT (BGOS) Prebiotic, een prebiotisch voedingssupplement dat het immuunsysteem en de gastro-intestinale gezondheid bij mensen moet ondersteunen en het risico op reizigersdiarree moet verminderen, niet voldoen aan de voorschriften van verordening (EG) nr. 1924/20063 en dat daarvoor dus geen vergunning mag worden verleend.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan:

Ten eerste heeft de Commissie bij de vaststelling van de betrokken verordeningen een wezenlijke vormvereiste niet nageleefd, namelijk de procedure voor het indienen van opmerkingen door de aanvrager en het publiek overeenkomstig de artikelen 16, lid 6, en 17 van verordening (EG) nr. 1924/2006.

Ten tweede is de Commissie daarbij ook ten onrechte voorbijgegaan aan artikel 38, lid 1, van verordening (EG) nr. 178/20024, dat beoogt ervoor te zorgen dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid haar werkzaamheden met een hoge mate van transparantie verricht.

Bovendien zijn de betrokken verordeningen vastgesteld op basis van een onjuiste rechtsopvatting doordat is geconcludeerd dat de bijkomende opmerkingen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid over verzoeksters aanvragen van 4 december 2009 geen advies of geen deel van een advies vormden zoals bedoeld in artikel 16 van verordening (EG) nr. 1924/2006.

Voorts zijn de verordeningen van de Commissie waarvan nietigverklaring wordt gevorderd, vastgesteld in strijd met het recht van Clasado om te worden gehoord op grond van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie5 en haar rechtmatige verwachtingen.

Ten slotte heeft de Commissie ook het recht op behoorlijk bestuur geschonden. Dit recht behoort tot de algemene beginselen welke gemeen zijn aan de grondwettelijke tradities van de lidstaten en met name is er niet-nakoming van de krachtens artikel 17 van verordening (EG) nr. 1924/2006 op haar rustende verplichting om als besluitmaker de haar overgelegde stukken met bekwame spoed en in volledige onafhankelijkheid te onderzoeken.

____________

1 - Verordening (EU) nr. 382/2010 van de Commissie van 5 mei 2010 tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan (PB L 113, blz. 1).

2 - Verordening (EU) nr. 384/2010 van de Commissie van 5 mei 2010 betreffende de verlening en weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen (PB L 113, blz. 6).

3 - Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PB L 404, blz. 9).

4 - - Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L31, blz. 1).

5 - - Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (PB 2010, C 83, blz. 389).