Language of document :

Beroep ingesteld op 4 april 2011 - Cahier e.a./Raad en Commissie

(Zaak T-195/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Jean-Marie Cahier (Montchaude, Frankrijk), Robert Aubineau (Cierzac, Frankrijk), Laurent Bigot (Saint Palais sur Mer, Frankrijk), Pascal Bourdeau (Saintes Lheurine, Frankrijk), Jacques Brard-Blanchard (Boutiers Saint Trojan, Frankrijk), Olivier Charruaud (St Martial de Mirambeau, Frankrijk), Daniel Chauvet (Saint Georges Antignac, Frankrijk), Régis Chauvet (Marignac, Frankrijk), Fabrice Compagnon (Avy, Frankrijk), Francis Crepeau (Jarnac Champagne, Frankrijk), Bernard Deborde (Arthenac, Frankrijk), Chantal Goulard (Arthenac), Jean Pierre Gourdet (Moings, Frankrijk), Bernard Goursaud (Brie sous Matha, Frankrijk), Jean Gravouil (Saint Hilaire de Villefranche, Frankrijk), Guy Herbelot (Echebrune, Frankrijk), Rodrigue Herbelot (Echebrune), Sophie Landrit (Ozillac, Frankrijk), Michel Mallet (Vanzac, Frankrijk), Alain Marchadier (Villars en Pons, Frankrijk), Michel Merlet (Jarnac Champagne), René Phelipon (Cierzac), Claude Potut (Avy), Philippe Pruleau (Saint Bonnet sur Gironde, Frankrijk), Béatrice Rousseau (Gensac La Pallue, Frankrijk), Jean-Christophe Rousseau (Segonzac, Frankrijk), Françoise Rousseau (Burie, Frankrijk), Pascale Rulleaud-Beaufour (Arthenac) en Alain Phelipon (Saintes, Frankrijk) (vertegenwoordiger: C.-E. Gudin, advocaat)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie en Europese Commissie

Conclusies

Partijen vorderen dat het Gerecht

volledige vergoeding toekent voor de schade die is geleden door veroordelingen tot geldstraffen, te weten:

53 600 EUR voor Jean-Marie Cahier;

105 100 EUR voor Robert Aubineau;

240 500 EUR voor Laurent Bigot;

111 100 EUR voor Pascal Bourdeau;

12 800 EUR voor Jacques Brard-Blanchard;

37 600 EUR voor Olivier Charruaud;

122 100 EUR voor Daniel Chauvet;

40 500 EUR voor Régis Chauvet;

97 100 EUR voor Fabrice Compagnon;

105 600 EUR voor Francis Crepeau;

1 081 500 EUR voor Bernard Deborde;

64 800 EUR voor Chantal Goulard;

94 400 EUR voor Jean Pierre Gourdet;

43 000 EUR voor Bernard Goursaud;

82 100 EUR voor Jean Gravouil;

20 500 EUR voor Guy Herbelot;

65 100 EUR voor Rodrigue Herbelot;

53 000 EUR voor Sophie Landrit;

39 500 EUR voor Michel Mallet;

332 500 EUR voor Alain Marchadier;

458 500 EUR voor Michel Merlet;

23 000 EUR voor René Phelipon

85 100 EUR voor Claude Potut

3 500 EUR voor Philippe Pruleau;

34 500 EUR voor Béatrice Rousseau;

38 070 EUR voor Jean-Christophe Rousseau;

24 300 EUR voor Françoise Rousseau;

486 500 EUR voor Pascale Rulleaud-Beaufour;

10 500 EUR voor Alain Phelipon;

forfaitair het bedrag van de immateriële schade op 100 000 EUR vaststelt voor elk van de 29 verzoekers;

de Raad en de Commissie veroordeelt in alle kosten:

van de lopende procedure voor het Gerecht van de Europese Unie;

van alle procedures die voor de verschillende nationale rechterlijke instanties zijn ingesteld.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van het beroep voeren verzoekers de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie aan wegens een gekwalificeerde schending van artikel 40, lid 2, VWEU, omdat artikel 28 van verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt1, zoals uitgevoerd bij verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie2 en gehandhaafd bij verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad3 voor de producenten van wijn van wijnstokken voor dubbel gebruik een verbod bevat om zelf de hoeveelheden wijn met oorsprongsbenaming die zijn geproduceerd boven de normaal tot wijn verwerkte hoeveelheid, te distilleren tot eau-de-vie.

Verzoekers zijn door de nationale autoriteiten systematisch vervolgd en veroordeeld omdat zij hebben verzuimd om de hoeveelheden die zijn geproduceerd boven de normaal tot wijn verwerkte hoeveelheid en die niet als wijn zijn uitgevoerd naar derde landen, te leveren voor verplichte distillatie tot staatsalcohol door erkende distilleerders.

Verzoekers betogen voorts dat het een schending betreft van volledig heldere en duidelijke handelingen ten aanzien waarvan de organen van de Unie geen beoordelingsbevoegdheid hadden. Zij voeren schending aan van de beginselen van non-discriminatie, rechtszekerheid, evenredigheid, rechtsverwerking (estoppel), vermoeden van onschuld ten aanzien van fraude, goed bestuur, zorgvuldigheid en van het eigendomsrecht. Voorts is volgens hen ten onrechte inbreuk gemaakt op de vrijheid van productie en verhandeling van een industrieel product en is de toepassing van een verordening ter stabilisatie van de markt en ter garantie van een bepaald inkomen voor de producenten, ten onrechte uitgebreid tot gevallen waarin er geen verzoeken om financiering van de zijde van de producenten bestaan, hetgeen misbruik vormt.

____________

1 - PB L 179, blz. 1.

2 - Verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 194, blz. 45).

3 - Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (PB L 148, blz. 1).