Beschikking van het Gerecht van 15 december 2023 – Fugro/Raad
(Zaak T-143/23)1
[„Beroep tot nietigverklaring – Fiscaliteit – Bestrijding van belastingontwijking –Richtlijn (EU) 2022/2523 – Mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie – Uitsluiting van inkomen uit internationale scheepvaart – Betwisting van de werkingssfeer van deze uitsluiting – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid”]
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Fugro NV (Leidschendam, Nederland) (vertegenwoordiger: C. Docclo, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: K. Pavlaki, E. d’Ursel en G. Rugge, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster gedeeltelijke nietigverklaring van richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PB 2022, L 328, blz. 1).
Dictum
Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Op de verzoeken tot interventie van het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Commissie, Koninklijke Boskalis BV en Boskalis Offshore Transport Services NV, Heerema Offshore Energy Solutions BV, Van Oord NV en Vox Amalia SL alsmede van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders hoeft niet meer te worden beslist.
Fugro NV wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in de kosten van de Raad van de Europese Unie, met uitzondering van de kosten in verband met de verzoeken tot interventie.
Fugro, de Raad en de in punt 2 van dit dictum vermelde verzoekers tot interventie dragen elk hun eigen kosten in verband met de verzoeken tot interventie.
____________
1 PB C 164 van 8.5.2023.