Language of document : ECLI:EU:F:2014:242

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

5 november 2014

Zaak F‑68/13

CY

tegen

Europese Centrale Bank (ECB)

„Overlijden van de verzoekende partij – Heropening van de mondelinge behandeling – Geen hervatting van het geding door de rechtverkrijgende – Afdoening zonder beslissing”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 36.2 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, gehecht aan het EU-Verdrag en het WEU-Verdrag, waarmee CY vraagt om, kort samengevat, nietigverklaring van het besluit van de directie van de Europese Centrale Bank (ECB) van 18 december 2012 tot afsluiting van het interne administratieve onderzoek dat was ingesteld naar aanleiding van haar klacht wegens psychisch geweld alsmede om nietigverklaring van dat onderzoek en van het onderzoeksrapport dat na afloop ervan is opgesteld. Voorts vraagt zij om toekenning van een bedrag van 50 000 EUR ter vergoeding van de schade die zij hoofdzakelijk zou hebben geleden door gedragingen van haar hiërarchieke meerdere.

Beslissing:      Er behoeft geen uitspraak meer te worden gedaan over het beroep. Elke partij draagt haar eigen kosten.

Samenvatting

Gerechtelijke procedure – Beroep dat zonder voorwerp is geraakt – Overlijden van de verzoekende partij en geen hervatting van het geding door haar rechtverkrijgenden – Afdoening zonder beslissing

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 85, lid 1)