Beschikking van de president van het Gerecht van 8 mei 2024 – Lattanzio KIBS e.a./Commissie

(Zaak T-113/24 R)

(„Kort geding – Overheidsopdrachten – Uitsluiting van deelname aan aanbestedingsprocedures en procedures voor de toekenning van door de algemene begroting van de Unie en het EOF gefinancierde subsidies – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Lattanzio KIBS SpA (Milaan, Italië), CY, CV (vertegenwoordigers: B. O’Connor en M. Hommé, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Rossi, F. Behre en F. Moro, gemachtigden)

Voorwerp

Met hun verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU vorderen verzoekers opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit van de Europese Commissie van 13 december 2023 waarbij Lattanzio KIBS wordt uitgesloten van deelname aan aanbestedingsprocedures die vallen onder verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB 2018, L193, blz. 1), en onder verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds en tot intrekking van verordening (EU) 2015/323 (PB 2018, L 307, blz. 1), of van selectie voor de besteding van middelen waarop deze verordeningen van toepassing zijn.

Dictum

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

____________