Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Piemonte (Italië) op 7 augustus 2023 – Centro di Assistenza Doganale (Cad) Mellano Srl / Agenzia delle Dogane e dei Monopoli – Agenzia delle Dogane – Direzione Interregionale per la Liguria, il Piemonte e la Valle d’Aosta en Ministero dell’Economia e delle Finanze

(Zaak C-503/23, Centro di Assistenza Doganale Mellano)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale Amministrativo Regionale per il Piemonte

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Centro di Assistenza Doganale (Cad) Mellano Srl

Verwerende partijen: Agenzia delle Dogane e dei Monopoli – Agenzia delle Dogane – Direzione Interregionale per la Liguria, il Piemonte e la Valle d’Aosta en Ministero dell’Economia e delle Finanze

Prejudiciële vragen

Moet artikel 18 van verordening (EU) nr. 952/20131 , gelezen in samenhang met overweging 21 van die verordening, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een bepaling (artikel 3, lid 3, van ministerieel besluit nr. 549/1992) en een nationale praktijk die de activiteiten van de CAD’s – Centri di assistenza doganale (centra voor douanebijstand) – beperken tot een „erkende plaats” binnen [het gebied van] de regionale/interregionale/interprovinciale directie waar zij hun statutaire zetel hebben, en de uitbreiding ervan tot het gehele nationale grondgebied uitsluiten?

Moeten de artikelen 10 en 15 van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad1 aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een bepaling (artikel 3, lid 3, van ministerieel besluit nr. 549/1992) en een nationale praktijk die de activiteiten van de CAD’s – Centri di assistenza doganale – beperken tot een „erkende plaats” binnen [het gebied van] de regionale/interregionale/interprovinciale directie waar zij hun statutaire zetel hebben, de uitbreiding ervan tot het gehele nationale grondgebied uitsluiten en tegelijkertijd die activiteiten op het gehele nationale grondgebied slechts voorbehouden aan douane-expediteurs?

Moeten de artikelen 56 tot en met 62 VWEU aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een bepaling (artikel 3, lid 3, van ministerieel besluit nr. 549/1992) en een nationale praktijk die de activiteiten van de CAD’s – Centri di assistenza doganale – beperken tot een „erkende plaats” binnen [het gebied van] de regionale/interregionale/interprovinciale directie waar zij hun statutaire zetel hebben, de uitbreiding ervan tot het gehele nationale grondgebied uitsluiten en tegelijkertijd die activiteiten op het gehele nationale grondgebied slechts voorbehouden aan douane-expediteurs?

____________

1 Verordening van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (herschikking) (PB 2013, L 269, blz. 1).

1 Richtlijn van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB 2006, L 376, blz. 36).