Language of document :

Beroep ingesteld op 7 augustus 2013 – Jinan Meide Casting / Raad

(Zaak T-424/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Jinan Meide Casting Co. Ltd (Jinan, China) (vertegenwoordigers: R. Antonini en E. Monard, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot beëindiging van de procedure ten aanzien van Indonesië (PB L 129, blz. 1) nietig te verklaren voor zover zij betrekking heeft op de verzoekende partij; en

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van deze procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.

Eerste middel: door de verzoekende partij geen toegang te geven tot informatie die relevant is voor de vaststelling van de normale waarde, of haar deze informatie niet mee te delen, is inbreuk gemaakt op de rechten van verdediging van de verzoekende partij en op de artikelen 6, lid 7, en 20, leden 2 en 4, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51).

Tweede middel: de afwijzing van een aantal door de verzoekende partij gevorderde correcties maakt inbreuk op artikel 2, lid 10, van verordening (EG) nr. 1225/2009 en op artikel 2.4 van de WTO-Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994. Subsidiair stelt de verzoekende partij dat de Raad inbreuk heeft gemaakt op artikel 296 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Derde middel: de vaststelling van de normale waarde voor niet overeenstemmende productsoorten maakt inbreuk op artikel 2, lid 7, sub a, lid 10, lid 10, sub a, en lid 11, junctis artikel 2, lid 7, sub a, lid 8, en lid 9, en artikel 9, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 en op het non-discriminatiebeginsel.

Vierde middel: het verzuim om binnen drie maanden na het begin van het onderzoek uit te maken of de verzoekende partij op marktvoorwaarden opereert, levert een inbreuk op artikel 2, lid 7, van verordening (EG) nr. 1225/2009 op.

Vijfde middel: door voor de vaststelling van de schade uit te gaan van onjuiste gegevens over de invoer is inbreuk gemaakt op artikel 3, leden 1, 2 en 3, van verordening (EG) nr. 1225/2009.