Language of document :

Beroep ingesteld op 7 februari 2007 - Fels-Werke e.a. / Commissie

(Zaak T-28/07)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Fels-Werke GmbH (Goslar, Duitsland), Saint-Gobain Glass Deutschland GmbH (Aachen, Duitsland) en Spenner Zement GmbH & Co. KG (Erwitte, Duitsland) (vertegenwoordigers: H. Posser en S. Altenschmidt, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van artikel 1, lid 2, van de beschikking van de Commissie van 29 november 2006 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten waarvan door Duitsland is kennisgegeven overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (nummer van het document niet bekendgemaakt), voor zover daarbij de garanties voor toewijzingen uit de eerste handelsperiode die zijn beschreven in hoofdstuk 6.2 van het nationale toewijzingsplan van Duitsland, onder de titels "Bijkomende nieuwe installaties overeenkomstig artikel 11 ZuG 2007" en "Toewijzingen overeenkomstig § 8 ZuG 2007", met richtlijn 2003/87 onverenigbaar zijn verklaard,

nietigverklaring van artikel 2, lid 2, van die beschikking, voor zover daarbij aan de Bondsrepubliek Duitsland eisen worden gesteld inzake de toepassing van de garanties voor toewijzingen uit de eerste handelsperiode die zijn beschreven in hoofdstuk 6.2 van het nationale toewijzingsplan van Duitsland, onder de titels "Bijkomende nieuwe installaties overeenkomstig artikel 11 ZuG 2007" en "Toewijzingen overeenkomstig § 8 ZuG 2007", en daarbij ook wordt gelast, dezelfde vervullingsfactor toe te passen als voor andere vergelijkbare bestaande installaties,

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters bestrijden de beschikking van de Commissie van 29 november 2006 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten waarvan door Duitsland is kennisgegeven overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad. In deze beschikking heeft de Commissie kritiek geuit op bepaalde aspecten van het nationale toewijzingsplan voor Duitsland wegens onverenigbaarheid ervan met bijlage III van richtlijn 2003/87.1

Verzoeksters, exploitanten van installaties waarvoor de verplichting tot emissiehandel geldt, betogen dat zij rechtstreeks en individueel worden geraakt door de bestreden beschikking.

Ter onderbouwing van hun beroep voeren zij vier middelen aan.

In de eerste plaats betogen zij dat verweerster het Duitse nationale toewijzingsplan niet meer mocht afwijzen op 29 november 2006, aangezien de daartoe in artikel 9, lid 3, van richtlijn 2003/87 dwingend voorgeschreven termijn reeds was verstreken.

Bovendien stellen verzoeksters, wat de grond van de zaak betreft, dat artikel 9, lid 3, van richtlijn 2003/87, in samenhang met de criteria van bijlage III daarbij, onjuist is toegepast. Volgens hen vormen de door de Commissie bekritiseerde garanties voor toewijzingen voor nieuwe installaties geen steun in de zin van artikel 87, lid 1, EG. De betrokken installaties genieten evenmin een ongerechtvaardigd voordeel.

Voorts is de bestreden beschikking niet voldoende gemotiveerd, zodat zij artikel 253 EG schendt.

Tot slot druist de bestreden beschikking in tegen het communautaire vertrouwensbeginsel.

____________

1 - Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275, blz. 32).