Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 15 december 2020 door Les Mousquetaires en ITM Entreprises SAS tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer – uitgebreid) van 5 oktober 2020 in zaak T-255/17, Les Mousquetaires en ITM Entreprises / Commissie

(Zaak C-682/20 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirantes: Les Mousquetaires SAS, ITM Entreprises SAS (vertegenwoordigers: N. Jalabert-Doury en K. Mebarek, advocaten)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Raad van de Europese Unie

Conclusies

vernietiging van punt 2 van het dictum van het arrest van het Gerecht in zaak T-255/17;

toewijzing van de vorderingen in eerste aanleg van rekwirantes en nietigverklaring van besluit C(2017) 1057 van de Europese Commissie van 9 februari 2017 alsmede van besluit C(2017) 1361 van 21 februari 2017, waarbij Intermarché, Les Mousquetaires en alle vennootschappen die direct of indirect onder hun zeggenschap staan, worden gelast om zich te onderwerpen aan een inspectie overeenkomstig artikel 20, leden 1 en 4, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad;

verwijzing van de Europese Commissie in alle kosten van de volledige procedure, met inbegrip van de procedure bij het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel: onjuiste rechtsopvattingen en gebrekkige motivering bij de analyse van de doeltreffendheid van de rechtsmiddelen met betrekking tot de uitvoering van de inspecties.

Tweede middel: schending van de artikelen 6 en 8 EVRM, artikel 296 van het Verdrag en artikel 20, lid 4, van verordening nr. 1/2003 doordat het Gerecht de motiveringsplicht en de verplichting tot beperking van de inspectiebesluiten niet is nagekomen.

Derde middel: onjuiste rechtsopvatting en schending van verordening nr. 1/2003 doordat het Gerecht heeft geoordeeld dat een procedurele fase „voorafgaand aan de vaststelling van maatregelen die inhouden dat een inbreuk ten laste wordt gelegd” niet onder de verordening valt.

Vierde middel: schending van de artikelen 6 en 8 EVRM en artikel 19 van verordening nr. 1/2003 doordat het Gerecht informatie die door formele en substantiële onregelmatigheden is aangetast, als voldoende ernstige aanwijzingen heeft aangemerkt.

Vijfde middel: gebrekkige motivering als gevolg van het niet controleren van de bewijskracht van de genoemde aanwijzingen en van een onjuiste opvatting van hetgeen als aanwijzing kan worden aangemerkt.

____________