Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep ingesteld op 24 oktober 2005 - Commissie/Reagecon Diagnostics

(Zaak T-391/05)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij(en): Commissie van de Europese Gemeenschappen [vertegenwoordiger(s): L. Flynn, gemachtigde]

Verwerende partij(en): Reagecon Diagnostics Ltd

Conclusies van verzoeker(s) / verzoekster(s)

verweerster te veroordelen om aan de Commissie te betalen:

-    a) 169 658,65 EUR (honderdnegenenzestigduizend zeshonderdachtenvijftig EUR en vijfenzestig cent), zijnde 161 953,99 EUR als verschuldigd bedrag en 7 704,66 EUR als vertragingsrente sedert 21 oktober 2005 tegen een rentevoet van 5,53 %;

-    b) 24,53714 EUR per dag rente van 5,53 %, vanaf 16 november 2005 tot de datum van volledige betaling van de schuld;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, heeft met verweerster overeenkomst MAS3-CT-1998-0177 gesloten in de context van het specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van mariene wetenschappen en technologieën, dat bekend staat als het "MAST-III-programma"1. De overeenkomst betrof de uitvoering van een coöperatief onderzoeksproject met de naam "Ontwikkeling en onderzoek van een innoverend systeem met ionenselectieve elektroden voor toezicht en controle op totaal stikstof in zeewater", dat 24 maanden zou duren met ingang van 1 december 1998.

De overeenkomst bepaalde dat de Commissie een financiële bijdrage zou leveren aan het project, en op 1 december 1998 werd aan verweerster een voorschot van 268 000 ECU betaald. Op 6 september 2000 werd een volgende schijf van 134 417 EUR betaald. De Commissie heeft verweerster aldus in totaal 402 417 EUR betaald.

De Commissie verrichte op 24 en 25 september 2001 een audit van de overeenkomst. De audit concludeerde dat de bijdrage van de Commissie op dat tijdstip reeds meer dan 50 % van de toenmalige kosten van het project bedroeg. Ook bleek dat de kostendeclaratie van een andere deelnemer aan het project op onregelmatige wijze was ondertekend door verweerster.

Op 25 januari 2002 diende verweerster een aanvullende kostendeclaratie in voor de periode van 1 december 1999 tot en met 30 november 2000.

De Commissie verrichtte twee onafhankelijke technische beoordelingen van het project. Zij voerde met verweerster een briefwisseling betreffende de resultaten van de audit en van die twee beoordelingen en de daardoor gerezen vragen. Ten gevolge daarvan deed de Commissie verweerster een debetnota toekomen,waarbij zij terugbetaling vorderde van 161 953,99 EUR, namelijk het verschil tussen de totale door de Commissie aanvaarde kosten, 240 463,01 EUR, en het totale bedrag dat de Commissie reeds aan verweerster had betaald.

Met haar beroep vordert de Commissie terugbetaling van dit bedrag, vermeerderd met rente overeenkomstig het Ierse recht, dat van toepassing is op de overeenkomst.

____________

1 - Beschikking 94/804/EG van de Raad van 23 november 1994 (PB L 334, blz. 59).