Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Asylgerichtshof (Oostenrijk) op 23 mei 2011 - K

(Zaak C-245/11)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Asylgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: K

Verwerende partij: Bundesasylamt

Prejudiciële vragen

Dient artikel 15 verordening nr. 343/20031 aldus te worden uitgelegd, dat een volgens de artikelen 6 tot en met 14 van deze verordening als zodanig voor het voeren van de procedure van een asielzoekster niet bevoegde lidstaat verplicht bevoegd wordt wanneer de ernstig zieke en wegens culturele omstandigheden in gevaar verkerende schoondochter of de wegens de ziekte van de schoondochter hulpbehoevende minderjarige kleinkinderen zich in deze lidstaat bevinden, en de asielzoekster bereid en in staat is de schoondochter of de kleinkinderen te ondersteunen? Geldt dit ook wanneer geen verzoek werd ingediend bij de als zodanig overeenkomstig artikel 15, lid 1, tweede zin, van verordening nr. 343/2003 bevoegde lidstaat?

Dient artikel 3, lid 2, verordening nr. 343/2003 aldus te worden uitgelegd, dat als de onder punt 1 beschreven situatie zich voordoet, een als zodanig niet bevoegde lidstaat verplicht bevoegd wordt in het geval dat de door verordening nr. 343/2003 anders bepaalde bevoegdheid zou neerkomen op een schending van de artikelen 3 of 8 EVRM (artikel 4 of artikel 7 het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)? Zo ja, komen, bij incidentele uitlegging en toepassing van artikel 3 of artikel 8 EVRM (artikel 4 of artikel 7 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie), van de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens afwijkende, namelijk ruimere, begrippen als "onmenselijke behandeling" of "familie", voor toepassing in aanmerking?

____________

1 - Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend; PB L 50, blz. 1.