Language of document :

Beroep ingesteld op 10 januari 2014 – Electrabel en Dunamenti Erőmű/Commissie

(Zaak T-40/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Electrabel (Brussel, België) en Dunamenti Erőmű Zrt. (Százhalombatta, Hongarije) (vertegenwoordiger: J. Philippe, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het beroep ontvankelijk verklaren;

vaststellen dat de Europese Commissie buiten-contractueel aansprakelijk is wegens de onrechtmatige vaststelling van beschikking 2009/609/EG van 4 juni 2008 betreffende steunmaatregel C 41/2005 (PB 2009, L 225, blz. 53) (hierna: „PPA beschikking”);

de Commissie gelasten verzoeksters volledig en gezamenlijk schadeloos te stellen voor de door hen geleden verliezen ten gevolge van de onterechte voortijdige beëindiging van de stroomafnameovereenkomst (power purchase agreement; hierna: „PPA”) die op 10 oktober 1995 was gesloten tussen Magyar Villamos Művek (hierna: „MVM”), de door de door de staat gecontroleerde groothandelaar in elektriciteit, en Dunamenti, een energieproducent, onder toepassing van beschikking 2009/609/EG van 4 juni 2008 inzake steunmaatregel C 41/2005, welke verliezen minimaal 250 miljoen EUR bedragen, welke bedrag dient te worden geactualiseerd en gewijzigd in het licht van in de toekomst beschikbaar wordende gegevens;

gelasten dat rente moet worden betaald over bovengenoemde schadevergoeding vanaf de datum van het arrest waarbij de verplichting tot schadeloosstelling in deze zaak wordt vastgesteld, tegen een percentage van 8 % per jaar of tegen een percentage dat door het Gerecht in uitoefening van zijn discretionaire bevoegdheid wordt vastgesteld; en

verweerders verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

Eerste middel: de PPA-beschikking is kennelijk onrechtmatig. Verzoeksters stellen dat de PPA-beschikking (waartegen momenteel beroep aanhangig is bij het Gerecht – zaak T-179/09) blijk geeft van een groot aantal ernstige fouten die onverenigbaar zijn met de normale handelwijze van een instelling die ermee belast is te verzekeren dat de mededelingsregels worden toegepast, en die dus tot aansprakelijkheid van de Unie moeten leiden, omdat:

de in de PPA-beschikking opgenomen gegevens duidelijk aantonen dat de PPA geen economisch voordeel toekende;

de PPA deel uitmaakte van Dunamenti’s privatiseringspakket en van eerdere datum was, en aldus was meegewogen in de door Electrabel betaalde prijs, maar de Commissie weigerde daarmee rekening te houden, waardoor zij het Unierecht kennelijk heeft geschonden;

het bevel tot terugvordering in de PPA-beschikking dermate onjuist was dat een door gerenommeerde economen gemaakte berekening op negatieve steun uitkwam, dat wil zeggen geen steun.

Verzoeksters stellen dat dergelijke grove fouten niet kunnen worden verklaard door de prima facie complexiteit van de zaak of door de objectieve beperkingen waaraan de Commissie gebonden is bij haar toezicht op staatssteun. Deze fouten zijn voor het grootste deel te wijten aan de weigering van de Commissie om de PPA afzonderlijk te beoordelen en vormen een duidelijk bewijs van een ernstig verzuim om de aan de beoordelingsbevoegdheid van de Commissie gestelde grenzen in acht te nemen.

Tweede middel: verzoeksters hebben feitelijke schade geleden door de voortijdige beëindiging van de PPA. Wegens de onrechtmatige handelwijze van de Commissie werd de PPA beëindigd voor het verstrijken van de looptijd ervan. Verzoeksters stellen dat zij ten gevolge van deze voortijdige beëindiging aanzienlijke schade hebben geleden en dat dergelijke schade, die in deze fase niet nauwkeurig kan worden gekwantificeerd, meer dan 250 EUR bedraagt.

Derde middel: er bestaat een rechtstreeks causaal verband tussen de onrechtmatige handelwijze van de Commissie en de door verzoeksters geleden schade. Verzoeksters stellen dat de PPA niet voortijdig zou zijn beëindigd indien de handelwijze van de Commissie in overeenstemming met het Unierecht zou zijn geweest, zodat de schade die verzoeksters ten gevolge van de onrechtmatige PPA-beschikking hebben geleden, zou zijn voorkomen.