Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Mercantil nº 3 de Gijón (Spanje) op 28 november 2023 – Agencia Estatal de la Administración Tributaria / VT en UP

(Zaak C-723/23, Amilla 1 )

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado de lo Mercantil nº 3 de Gijón

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Agencia Estatal de la Administración Tributaria

Verwerende partijen: VT en UP

Prejudiciële vragen

Moet artikel 23, lid 1, van richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (richtlijn betreffende herstructurering en insolventie)1 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals artikel 487, lid 1, punt 4, van de geconsolideerde tekst van de Ley Concursal [(insolventiewet)], zoals gewijzigd bij wet 16/2022 van 5 september 2022, aangezien volgens die regeling het „oneerlijk of te kwader trouw hebben gehandeld” van de schuldenaar ook ziet op gedragingen van die schuldenaar tegenover schuldeisers van derden, die verschillen van de schuldeisers die voorkomen op de lijst van schuldeisers in verband met de eigen insolventieprocedure van de betrokkene als natuurlijke persoon?

Is artikel 487, lid 1, punt 4, van de geconsolideerde tekst van de insolventiewet, zoals gewijzigd bij wet 16/2022 van 5 september 2022, verenigbaar met artikel 20 van [richtlijn 2019/1023], aangezien die nationale bepaling voorziet in een uitzondering op de tweedekansprocedure, waardoor er geen sprake kan zijn van volledige kwijtschelding van schuld?

Is artikel 487, lid 1, punt 4, van de geconsolideerde tekst van de insolventiewet, zoals gewijzigd bij wet 16/2022 van 5 september 2022, verenigbaar met artikel 20, lid 2, en overweging 79 van [richtlijn 2019/1023], aangezien er in de nationale regeling geen rekening wordt gehouden met de individuele situatie van de schuldenaar, maar wordt voorzien in een uitzondering die objectief van aard is, zonder dat de Spaanse rechterlijke instanties de subjectieve omstandigheden van de schuldenaar die gebruikmaakt van de tweedekansprocedure kunnen beoordelen?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 PB 2019, L 172, blz. 18.