Language of document :

Beroep ingesteld op 23 februari 2013 - Republiek Litouwen / Europese Commissie

(Zaak T-110/03)

Procestaal: Litouws

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: D. Kriaučiūnas, R. Krasuckaitė en D. Skara)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

beslissing nr. FK/fa/D(2012) 1707818 van de Europese Commissie van 10 december 2012 nietig verklaren, voor zover de bij deze beslissing gevoegde debetnota nr. 3241213460 betrekking heeft op projecten waarvan de uitvoering is toevertrouwd aan ondernemingen die nadien failliet zijn verklaard, en de Commissie veroordelen tot terugbetaling van 3 148 549,66 EUR;

beslissing nr. FK/fa/D(2012) 1707818 van de Europese Commissie van 10 december 2012 nietig verklaren, voor zover de hierbij gevoegde debetnota nr. 3241213460 betrekking heeft op project nr. P27010010, en de Commissie veroordelen tot terugbetaling van 1 060 560,56 EUR;

de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan betreffende schending van het Unierecht.

De Europese Commissie heeft artikel 8, lid 2, van verordening nr. 1258/19992, junctis artikel 73, lid 2, van verordening nr. 1605/20024, artikel 87 van verordening nr. 2342/2002 en het in artikel 4, lid 3, VEU neergelegde beginsel van loyale samenwerking, geschonden, doordat zij de bestreden beslissing heeft genomen en de bij het beheer van de SAPARD-middelen ontstane verliezen niet heeft gedeeld met de Republiek Litouwen, dit althans niet heeft overwogen en de weigering om de verliezen te delen niet heeft gemotiveerd.

De Europese Commissie heeft het in nr. 7.7.4 van afdeling F van de in 2001 door de Republiek Litouwen en de Europese Commissie ondertekende meerjarenovereenkomst voor de financiering van het speciale toetredingsprogramma voor landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) neergelegde beding inzake wederzijdse raadpleging, juncto het in artikel 4, lid 3, VEU neergelegde beginsel van loyale samenwerking, geschonden, doordat zij de Republiek Litouwen niet tijdig in kennis heeft gesteld van de mogelijkheid om afstand te doen van de vordering en de betrokken onderneming van de lijst van schuldenaren te schrappen.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160, blz. 103).

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).

3 - Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1, met rectificatie in PB 2005, L 345, blz. 35).

4 - Valstybės žinios, 29.8.2001, nr. 74-2589.