Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 13 februari 2022 door KY tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 1 december 2021 in zaak T-433/20, KY / Hof van Justitie van de Europese Unie

(Zaak C-100/22 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: KY (vertegenwoordigers: N. Maes, J.-N. Louis, avocats)

Andere partij in de procedure: Hof van Justitie van de Europese Unie

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 1 december 2021 in zaak T-433/20 vernietigen;

opnieuw uitspraak doen, en:

het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

het besluit tot afwijzing van het door rekwirante geformuleerde verzoek tot terugbetaling nietig verklaren;

de verwerende partij verwijzen in de kosten van de beide instanties.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens rekwirante heeft het Gerecht bij het onderzoek van het beroep tot nietigverklaring op een aantal punten blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, die voornamelijk voortvloeit uit een verwarring tussen een vordering gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking en een hypothetische betwisting van de regels op het gebied van de betaling van pensioenrechten.

Het eerste middel is ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting, voor zover het Gerecht het bestaan van een rechtsgrondslag voor ongerechtvaardigde verrijking heeft aanvaard, en aan een ontoereikende motivering van het bestreden arrest.

Het tweede middel is ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting van het Gerecht met betrekking tot de toepassing van de regel van het minimum voor levensonderhoud.

Het derde middel is ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting, voor zover het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen sprake is van verarming.

Het vierde middel is ontleend aan schending van het Unierecht, aangezien het Gerecht de rechtspraak Barroso Truta e.a./Hof van Justitie van de Europese Unie (arrest van 18 september 2018, T-702/16 P, EU:T:2018:557, punten104 tot en met 106) heeft miskend.

____________