Language of document :

Beroep ingesteld op 29 augustus 2008 - Ramaekers-Jørgensen / Commissie

(Zaak F-74/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Dominique Ramaekers-Jørgensen (Genval, België) (vertegenwoordiger: L. Vogel, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Voorwerp en beschrijving van het geding

Enerzijds, nietigverklaring van het besluit van het TABG om het bedrag van verzoeksters gemeenschapsbelasting te berekenen door het bedrag van haar persoonlijke bezoldiging en het overlevingspensioen bij elkaar op te tellen, alsmede van het besluit tot afwijzing van het verzoek om de gemeenschapsbelasting over haar overlevingspensioen niet vervroegd, dat wil zeggen voor de betaling daarvan, over het bedrag van haar bezoldiging te heffen. Anderzijds, vaststelling van onwettigheid van de artikelen 3 en 4 van verordening nr. 260/68 van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd bij verordening nr. 2182/2003 van de Raad.

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van het TABG van 20 mei 2008 houdende afwijzing van de op 16 januari 2008 ingediende klacht strekkende tot gedeeltelijke nietigverklaring van het besluit van 16 oktober 2007, voor zover daarbij de modaliteiten voor de berekening en de heffing van gemeenschapsbelasting over het aan verzoekster toegekende overlevingspensioen worden vastgesteld;

voor zover nodig, gedeeltelijke nietigverklaring van het besluit van 16 oktober 2007, voor zover daarin de modaliteiten voor de berekening en de heffing van gemeenschapsbelasting over het aan verzoekster toegekende overlevingspensioen worden gepreciseerd;

krachtens artikel 241 van het Verdrag, vaststelling van onwettigheid van de artikelen 3 en 4 van verordening nr. 260/68 van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd bij verordening nr. 2182/2003 van de Raad, voor zover deze voor de berekening van de relevante gemeenschapsbelasting voorzien in de samenvoeging van het aan een ambtenaar toegekend overlevingspensioen en zijn bezoldiging;

verwijzing van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de kosten van de procedure.

____________