Language of document : ECLI:EU:F:2007:73

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE (Eerste kamer)

25 april 2007 (*)

« Procesincident – Exceptie van niet-ontvankelijkheid – Voeging met zaak ten gronde »

In zaak F‑18/06,

betreffende een beroep krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA,

Tineke Duyster, wonende te Oetrange (Luxemburg), vertegenwoordigd door W. van den Muijsenbergh, advocaat,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door H. Kraemer en A. Weimar als gemachtigden,

verweerster,

geeft

HET GERECHT (Eerste kamer),

samengesteld als volgt: H. Kreppel (rapporteur), president, H. Tagaras en S. Gervasoni, rechters,

griffier: W. Hakenberg,

de navolgende

Beschikking

1        Volgens artikel 114, lid 4, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van Eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen, dat mutatis mutandis van toepassing is op het Gerecht ingevolge artikel 3, lid 4, van besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 tot instelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 333, blz. 7) tot de inwerkingtreding van het Reglement voor de procesvoering van dit laatste, beslist het Gerecht wanneer verweerder bij afzonderlijke akte de exceptie van niet-ontvankelijkheid opwerpt, op dit verzoek of voegt het met de zaak ten gronde.

2        Bij afzonderlijke akte, neergelegd ter griffie van het Gerecht op 7 juni 2006, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het onderhavige beroep een exceptie van niet-ontvankelijkheid opgeworpen.

3        Het Gerecht is in de onderhavige omstandigheden ingevolge artikel 114, lid 4, tweede alinea, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van Eerste aanleg van oordeel dat deze exceptie van niet-ontvankelijkheid met de zaak ten gronde dient te worden gevoegd en het geding dient te worden voortgezet.

HET GERECHT (Eerste kamer)

beschikt:

1)      Het verzoek tot afdoening van de exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt gevoegd met de zaak ten gronde.

2)      De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

Luxemburg, 25 april 2007.

De griffier

 

      De president

W. Hakenberg

 

      H. Kreppel


* Procestaal: Nederlands.