Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Vestre Landsret (Denemarken) op 21 juni 2023 – Anklagemyndigheden/ILVA A/S

(Zaak C-383/23, ILVA)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Vestre Landsret

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Anklagemyndigheden

Verwerende partij: ILVA A/S

Prejudiciële vragen

Moet het begrip „onderneming” in artikel 83, leden 4 tot en met 6, van de algemene verordening gegevensbescherming1 , in het licht van overweging 150 van die verordening en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het mededingingsrecht van de Unie, worden opgevat als een onderneming in de zin van de artikelen 101 en 102 VWEU, zodat het begrip „onderneming” zich uitstrekt tot elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moet artikel 83, leden 4 tot en met 6, van de algemene verordening gegevensbescherming dan aldus worden uitgelegd dat bij het opleggen van een geldboete aan een onderneming rekening moet worden gehouden met de totale wereldwijde jaaromzet van de economische eenheid waarvan de onderneming deel uitmaakt, of alleen met de totale wereldwijde jaaromzet van de onderneming zelf?

____________

1 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 2016, L 119, blz. 1).