Zaak T‑823/19
JMS Sports sp. z o.o.
tegen
Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie
Arrest van het Gerecht (Tiende kamer) van 20 oktober 2021
„Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een spiraalvormig haarelastiekje weergeeft – Openbaarmaking van de oudere modellen – Openbaarmaking op internet – Artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 – Wapengelijkheid – Bewijzen die voor het eerst voor het Gerecht zijn overgelegd”
1. Gemeenschapsmodellen – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht – Heronderzoek van de feiten tegen de achtergrond van bewijsstukken die voor het eerst voor het Gerecht zijn overgelegd – Daarvan uitgesloten
(Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 61)
(zie punt 11)
2. Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Niet nieuw – Eerdere openbaarmaking van een identiek model – Bewijs van de openbaarmaking – Inhoud van een website – Bewijslast
[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 5, art. 7, lid 1, en art. 25, lid 1, b)]
(zie punten 22‑26, 32, 41, 49, 70, 71, 73, 75)
3. Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Niet nieuw – Eerdere openbaarmaking van een identiek model – Weergave van een spiraalvormig haarelastiekje
[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 5, art. 7, lid 1, en art. 25, lid 1, b)]
(zie punten 33, 34, 37, 64)
Samenvatting
JMS Sports sp. z o.o. is houdster van een gemeenschapsmodel dat een spiraalvormig haarelastiekje weergeeft. Dit model is op 24 juni 2010 bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) aangevraagd.
Inter-Vion S.A. heeft een vordering tot nietigverklaring van dit model ingediend op grond van het argument dat het niet nieuw was. Om de openbaarmaking van de oudere modellen te bewijzen, heeft zij screenshots van websites uit 2009 overgelegd.
De kamer van beroep van het EUIPO heeft geoordeeld dat de openbaarmaking van de oudere modellen, die identiek waren aan het litigieuze model, was bewezen. Zij heeft bijgevolg vastgesteld dat het litigieuze model niet nieuw was.
Het Gerecht verwerpt het door JMS Sports ingestelde beroep en verduidelijkt de bewijswaarde van bewijzen die van websites afkomstig zijn en die worden aangevoerd om de datum van de openbaarmaking van een model aan te tonen(1).
Beoordeling door het Gerecht
Om te beginnen worden de voor het eerst voor het Gerecht overgelegde bewijzen, die zijn verkregen door het gebruik van vrij toegankelijke instrumenten zoals de zoekmachine Google en Wayback Machine, niet-ontvankelijk verklaard. Zij maken immers geen deel uit van de feitelijke context van het geding zoals deze bestond voor de kamer van beroep en kunnen dus niet in aanmerking worden genomen voor de toetsing van de rechtmatigheid van de bestreden beslissing.
Vervolgens herinnert het Gerecht eraan dat de partij die om nietigverklaring verzoekt, vrij is in de keuze van het bewijsmateriaal. Het merkt op dat het feit dat de afbeelding van een model op internet verschijnt, kan worden aangemerkt als „publicatie”, en dus een „beschikbaarstelling voor het publiek” vormt. Het wijst erop dat de bewijskracht van screenshots niet beperkt is.
In casu stelt het vast dat de screenshots van de websites duidelijk modellen tonen die identiek zijn aan het litigieuze model, alsook de volledige URL(2)-adressen van deze websites en de data van beschikbaarstelling voor het publiek, die vóór de datum van indiening van de aanvraag tot inschrijving van het litigieuze model liggen. Bovendien toont een screenshot andere informatie met tijdsaanduiding, namelijk commentaren van surfers, waaruit blijkt dat de identieke modellen op 1 november 2009 voor het publiek beschikbaar zijn gesteld.
Voorts benadrukt het Gerecht dat de abstracte mogelijkheid dat de inhoud of de datum van een website wordt gemanipuleerd, op zich geen voldoende reden vormt om de geloofwaardigheid van het bewijs dat bestaat in de screenshot van deze website in twijfel te trekken. De verzoekende partij kan deze geloofwaardigheid alleen in twijfel trekken door feiten aan te dragen die concreet aan manipulatie doen denken. Bovendien bevat de screenshot van Wayback Machine weliswaar geen afbeelding van het product, maar vormt deze toch een relevante bron van informatie die de betrouwbaarheid van de screenshot van een van de betrokken websites bevestigt. Bijgevolg oordeelt de rechter dat de openbaarmaking is bewezen.
Ten slotte wijst het Gerecht er met betrekking tot de verdeling van de bewijslast op dat Inter-Vion van internet afkomstige bewijzen heeft overgelegd die de openbaarmaking van de oudere modellen aantonen, zodat het aan JMS Sports stond om aan te tonen dat deze bewijzen ongeloofwaardig waren. Dienaangaande hoefde zij niet aan te tonen dat een website was gemanipuleerd, maar diende zij concrete omstandigheden aan te voeren die geloofwaardige aanwijzingen voor manipulatie vormden, zoals duidelijke tekenen van vervalsing, onbetwistbare tegenstrijdigheden in de overgelegde informatie of duidelijke incoherenties, die het bestaan van twijfel over de echtheid van de screenshots rechtvaardigden.