Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 16 september 2011 – Kadio Morokro/Raad
(Zaak T‑316/11)
„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen in verband met situatie in Ivoorkust – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht”
1. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en besluit tot verlenging van deze maatregelen – Minimumvereisten (Art. 296 VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011, bijlage I A; besluit 2010/656 van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221, bijlage II) (cf. punten 20‑26, 29‑30, 32)
2. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en besluit tot verlenging van deze maatregelen – Regularisatie van ontoereikende motivering in loop van geding – Voorwaarden – Buitengewone omstandigheden (Art. 296 VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011, bijlage I A; besluit 2010/656, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221, bijlage II) (cf. punten 34‑35)
3. Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Gedeeltelijke nietigverklaring van verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en van besluit tot verlenging van deze maatregelen – Inwerkingtreding van beslissing tot nietigverklaring van verordening vanaf verstrijken van termijn voor hogere voorziening of vanaf afwijzing van hogere voorziening – Toepassing van deze termijn op inwerkingtreding van nietigverklaring van besluit (Art. 264, tweede alinea, VWEU en 280 VWEU; Statuut van het Hof, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea, verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011; besluit 2010/656, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221) (cf. punten 38‑39)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 93, blz. 20) en van verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 93, blz. 10), voor zover zij betrekking hebben op verzoeker |
Dictum
1) | | Besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust en verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust worden nietig verklaard, voor zover zij betrekking hebben op Mathieu Kadio Morokro. |
2) | | De gevolgen van besluit 2011/221 blijven gehandhaafd wat Kadio Morokro betreft tot de inwerkingtreding van de nietigverklaring van verordening nr. 330/2011. |
3) | | De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten en ook in die van Kadio Morokro. |