Language of document : ECLI:EU:T:2011:484





Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 16 september 2011 – Kadio Morokro/Raad

(Zaak T‑316/11)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen in verband met situatie in Ivoorkust – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht”

1.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en besluit tot verlenging van deze maatregelen – Minimumvereisten (Art. 296 VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011, bijlage I A; besluit 2010/656 van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221, bijlage II) (cf. punten 20‑26, 29‑30, 32)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en besluit tot verlenging van deze maatregelen – Regularisatie van ontoereikende motivering in loop van geding – Voorwaarden – Buitengewone omstandigheden (Art. 296 VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011, bijlage I A; besluit 2010/656, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221, bijlage II) (cf. punten 34‑35)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Gedeeltelijke nietigverklaring van verordening tot instelling van specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen in verband met situatie in Ivoorkust en van besluit tot verlenging van deze maatregelen – Inwerkingtreding van beslissing tot nietigverklaring van verordening vanaf verstrijken van termijn voor hogere voorziening of vanaf afwijzing van hogere voorziening – Toepassing van deze termijn op inwerkingtreding van nietigverklaring van besluit (Art. 264, tweede alinea, VWEU en 280 VWEU; Statuut van het Hof, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea, verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 330/2011; besluit 2010/656, zoals gewijzigd bij besluit 2011/221) (cf. punten 38‑39)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 93, blz. 20) en van verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 93, blz. 10), voor zover zij betrekking hebben op verzoeker

Dictum

1)

Besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust en verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust worden nietig verklaard, voor zover zij betrekking hebben op Mathieu Kadio Morokro.

2)

De gevolgen van besluit 2011/221 blijven gehandhaafd wat Kadio Morokro betreft tot de inwerkingtreding van de nietigverklaring van verordening nr. 330/2011.

3)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten en ook in die van Kadio Morokro.