Language of document :

Beroep ingesteld op 3 oktober 2011 - Deutsche Bahn e.a./Commissie

(Zaak T-521/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Deutsche Bahn AG (Berlijn, Duitsland) Deutsche Umschlaggesellschaft Schiene-Straße (DUSS) mbH (Bodenheim, Duitsland), DB Netz AG (Frankfurt am Main, Duitsland), DB Schenker Rail GmbH (Mainz, Duitsland), DB Schenker Rail Deutschland AG (Mainz, Duitsland) (vertegenwoordigers: W. Deselaers, J. Brückner en O. Mross, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de op 26 juli 20111 ter kennis gebrachte inspectiebeschikking van de Commissie van 14 juli 2011 nietig verklaren;

elke maatregel die voortvloeit uit de op basis van deze onregelmatige beschikking uitgevoerde inspecties nietig verklaren;

in het bijzonder, de Commissie gelasten alle kopieën van documenten terug te geven die in het kader van de inspectie werden gemaakt, op straffe van nietigverklaring door het Gerecht van de later door de Commissie vast te stellen beschikking;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters vorderen nietigverklaring van beschikking C(2011) 5230 van de Commissie van 14 juli 2011 (zaak COMP/39.678 - DB I en zaak COMP/39.731 - DB II), waarbij overeenkomstig artikel 20, lid 4, van verordening nr. 1/2003 wordt gelast inspecties te verrichten bij Deutsche Bahn AG alsmede bij alle direct of indirect onder haar zeggenschap staande rechtspersonen wegens een mogelijk mededingingsbeperkend strategisch gebruik van de door vennootschappen van de DB-groep beheerde infrastructuur.

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vijf middelen aan.

1.    schending van het fundamentele recht van de onschendbaarheid van de woning bij gebreke van een voorafgaande rechterlijke toestemming.

2.    schending van het fundamentele recht op een doeltreffende voorziening in rechte wegens het ontbreken van de mogelijkheid tot een voorafgaande feitelijke en juridische toetsing van de inspectiebeschikking door de rechter.

3.    onregelmatigheid van de inspectiebeschikking, doordat zij op aanwijzingen is gebaseerd, die door de Commissie in strijd met de rechten van verweer zijn verkregen.

De aanwijzingen zijn bij de uitvoering van de inspectiebeschikking van 14 maart 2011 in het kader van een zeer breed onderzoek ("fishing expedition") verkregen. Ook de bij de uitvoering van de tweede inspectiebeschikking van 30 maart 2011 verkregen aanwijzingen zijn onregelmatig, daar ook de aan deze doorzoeking ten grondslag liggende beschikking voortvloeit uit de onregelmatig verkregen informatie en ook deze aanwijzingen op grondslag van een onregelmatige inspectiebeschikking zijn verkregen.

4.    schending van het recht van verweer door een oeverloos uitgebreide en niet-specifieke beschrijving van het voorwerp van de inspectie.

5.    schending van het evenredigheidsbeginsel.

De Commissie de Commissie is niet bevoegd voor het voorwerp van de inspectie en had de relevante informatie in ieder geval ook via de bevoegde Bundesnetzagentur (Duits federaal agentschap voor netwerken) of door middel van een eenvoudig verzoek om inlichtingen van verzoeksters kunnen verkrijgen.

____________