Language of document :

Beroep ingesteld op 1 oktober 2008 - TONO / Commissie

(Zaak T-434/08)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: TONO (Oslo, Noorwegen) (vertegenwoordigers: S. Teigum en A. Ringnes, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

artikel 3 van beschikking COMP/C2/38698 - CISAC nietig verklaren;

subsidiair, artikel 3 van beschikking COMP/C2/38698 - CISAC nietig verklaren met betrekking tot uitzending via kabel;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2008) 3435 van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 EG en artikel 53 EER (zaak COMP/C2/38698 - CISAC), inzonderheid artikel 3 daarvan, waarin is gesteld dat de in de EER gevestigde leden van CISAC1 betrokken zijn bij een door artikel 81 EG en artikel 53 EER verboden onderling afgestemde feitelijke gedraging bestaande in "het zodanig coördineren van de territoriale afbakening van de tussen hen gesloten contracten voor wederzijdse vertegenwoordiging dat een licentie alleen geldt voor het nationale grondgebied van iedere auteursrechtenorganisatie". Subsidiair vordert verzoekster nietigverklaring van artikel 3 van de bestreden beschikking met betrekking tot uitzending via kabel.

Verzoekster betoogt dat de bestreden beschikking mank gaat aan onjuiste opvattingen met betrekking tot zowel het recht als de feiten, en aan schending van verzoeksters procedurele waarborgen inzake haar recht om te worden gehoord.

Wat de gestelde onjuiste opvattingen betreffende de feiten betreft, stelt verzoekster dat de Commissie is voorbijgegaan aan het stelsel van collectieve licenties voor de auteursrechten op muziek en derhalve aan de feitelijke context in Noorwegen.

Met betrekking tot de gestelde onjuiste rechtsopvattingen stelt verzoekster het volgende.

Zij voert allereerst aan dat de bestreden beschikking is aangetast door een vormgebrek en om die reden zou moeten worden ingetrokken. Zij stelt namelijk dat haar recht om te worden gehoord is geschonden doordat de definitieve versie van de beschikking verschilt van de mededeling van de punten van bezwaar met betrekking tot een sleutelelement van de beschrijving van de inbreuk.

Ten tweede betwist verzoekster dat de territoriale afbakening in de overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging waarbij zij partij is, voortvloeit uit onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen de in de EER gevestigde leden van CISAC.

Ten derde stelt verzoekster dat de Commissie verkeerdelijk heeft geconcludeerd dat de parallelle territoriale afbakening met betrekking tot uitzending via kabel een door artikel 81, lid 1, EG verboden beperking van de mededinging is. Volgens haar betreft de gestelde onderling afgestemde feitelijke gedraging met betrekking tot territoriale afbakening een vorm van mededinging die op zichzelf niet wordt beschermd door artikel 81, lid 1, EG. Verder stelt zij dat de Commissie de feiten verkeerd heeft opgevat door uit te gaan van de veronderstelling dat er in Noorwegen een nationaal monopolie bestaat ter zake van multirepertoirelicenties voor openbare uitvoering, die ook de uitzending via kabelnetwerken omvatten. Zij voegt daaraan toe dat de gestelde onderling afgestemde feitelijke gedraging, zelfs indien zij als een beperking van de mededinging wordt aangemerkt, geen inbreuk maakt op artikel 81, lid 1, EG omdat zij noodzakelijk is voor en in verhouding staat tot een legitiem doel, gelet op de bijzondere eisen van het beheer van licenties, van uitvoeringsrechten, van het doorlichten, de controle en de handhaving met betrekking tot uitzending via kabel.

Ten vierde stelt verzoekster dat de territoriale afbakeningen in haar contracten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging vallen onder de ontheffing waarin artikel 81, lid 3, EG voorziet. Volgens haar zijn bovengenoemde afbakeningen onmisbaar voor de handhaving van de doeltreffende one-stop-shop beginselen (beginsel van één aanspreekpunt) en van het uitgebreide systeem van licenties in Noorwegen, doordat zij enerzijds het beheer tot een minimum beperken en tegelijkertijd de belangen van het rechthebbenden vrijwaren.

____________

1 - International Confederation of Societies of Authors and Composers ("Cisac").