Language of document :

Arrest van het Gerecht van 13 januari 2017 – Deza / ECHA

(Zaak T-189/14)1

[„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Bij het ECHA berustende documenten die informatie bevatten welke is verstrekt in het kader van de procedure betreffende een aanvraag voor een autorisatie voor het gebruik van de stof bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) – Besluit tot openbaarmaking van bepaalde gegevens die door de verzoekende partij als vertrouwelijk worden beschouwd – Uitzondering betreffende de bescherming van de commerciële belangen – Begrip ,persoonlijke levenssfeer’ – Eigendomsrecht – Motiveringsplicht”]

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Deza, a.s. (Valašské Meziříčí, Tsjechië) (vertegenwoordiger: P. Dejl, advocaat)

Verwerende partij: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Iber, T. Zbihlej en M. Heikkilä, gemachtigden, vervolgens M. Heikkilä, C. Buchanan en W. Broere, gemachtigden, bijgestaan door M. Mašková, advocaat)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Clotuche-Duvieusart, P. Ondrůšek en K. Talabér-Ritz, gemachtigden), en ClientEarth (Londen, Verenigd Koninkrijk), European Environmental Bureau (EEB) (Brussel, België), Vereniging Health Care Without Harm Europe (Rijswijk, Nederland) (vertegenwoordiger: B. Kloostra, advocaat)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van de besluiten van het ECHA van 24 januari 2014 betreffende de openbaarmaking van bepaalde informatie die verzoekster heeft verstrekt in het kader van de procedure inzake de aanvraag voor een autorisatie voor het gebruik van de chemische stof bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Deza, a.s. draagt, naast haar eigen kosten, de kosten van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA), daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

ClientEarth, European Environmental Bureau (EEB) en Vereniging Health Care Without Harm Europe dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 194 van 24.6.2014.