Language of document :

Arrest van het Gerecht van 16 februari 2017 – Lubrizol France / Raad

(Zaak T-191/14)1

(„Gemeenschappelijk douanetarief – Regelgeving betreffende de schorsing van de autonome rechten op bepaalde landbouw- en industrieproducten – Bezwaar tegen bestaande schorsingen – Gelijkwaardigheid van de producten – Procedure voor de behandeling van bezwaren”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Lubrizol France SAS (Rouen, Frankrijk) (vertegenwoordigers: R. MacLean, solicitor, B. Hartnett, barrister, en A. Bochon, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: F. Florindo Gijón en M. Balta, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Caeiros en M. Clausen, vervolgens A. Caeiros en A. Lewis, gemachtigden)

Voorwerp

Vordering op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van de artikelen 1 en 4 van verordening (EU) nr. 1387/2013 van de Raad van 17 december 2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten en tot intrekking van verordening (EU) nr. 1344/2011 (PB 2013, L 354, blz. 201), voor zover verzoekster ingevolge deze bepalingen niet langer aanspraak kan maken op de drie schorsingen waarvoor zij voorheen in aanmerking kwam overeenkomstig Taric-codes 2918 2900 80, 3811 2900 10 en 3811 9000 30.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Lubrizol France SAS wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 151 van 19.5.2014.