Language of document :

Mededeling in het PB

 

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 21 september 2005 - Kadi / Raad en Commissie

(Zaak T-315/01)1

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, Al-Qaïda-netwerk en Taliban - Bevoegdheid van Gemeenschap - Bevriezing van tegoeden - Fundamentele rechten - Jus cogens - Rechterlijke toetsing - Beroep tot nietigverklaring")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij(en): Yassin Abdullah Kadi (Jeddah, Saoedi-Arabië) [vertegenwoordiger(s): D. Pannick, QC, P. Saini, barrister, G. Martin en A. Tudor, solicitors]

Verwerende partij(en): Raad van de Europese Unie [vertegenwoordiger(s): M. Vitsentzatos en M. Bishop, als gemachtigden] en Commissie van de Europese Gemeenschappen [vertegenwoordiger(s): A. Van Solinge en C. Brown als gemachtigden]

Interveniënt(e)(s) aan de zijde van verweerder(s) / verweerster(s) : Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland [vertegenwoordigd door: aanvankelijk vertegenwoordigd door J. E. Collins, vervolgens door R. Caudwell, als gemachtigden, laatstgenoemde bijgestaan door S. Moore, barrister]

Voorwerp van de zaak

Aanvankelijk een beroep tot nietigverklaring van, enerzijds, verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad van 6 maart 2001 tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan en tot intrekking van verordening (EG) nr. 337/2000 (PB L 67, blz. 1), en, anderzijds, verordening (EG) nr. 2062/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 houdende de derde wijziging van verordening nr. 467/2001 (PB L 277, blz. 25), en vervolgens een beroep tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qaïda-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening nr. 467/2001 (PB L 139, blz. 9), voorzover die handelingen verzoeker betreffen.

Dictum van het arrest

    Er behoeft niet meer te worden beslist op het beroep tot gedeeltelijke nietigverklaring van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad van 6 maart 2001 tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 337/2000 en van verordening (EG) nr. 2062/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 houdende de derde wijziging van verordening nr. 467/2001.

Het beroep wordt verworpen voorzover het is gericht tegen verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qaïda-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening nr. 467/2001.

Verzoeker zal naast zijn eigen kosten de kosten van de Raad alsmede de kosten van de Commissie tot 1 juli 2002 dragen.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Commissie, laatstgenoemde voor wat betreft de periode na 1 juli 2002, zullen hun eigen kosten dragen.

____________

1 -

2 - PB C 56 van 2.3.2002.