Language of document :

Beroep ingesteld op 16 juni 2010 - Land Wien / Commissie

(Zaak T-267/10)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Land Wien (vertegenwoordiger: Rechtsanwalt W.-G. Schärf)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de beschikking van 25 maart 2010 nietig verklaren;

vaststellen dat de Europese Commissie verordening (EG) nr. 1049/20011 heeft geschonden, aangezien niet alle gevraagde documenten inzake de voltooiing van reactoren 3 en 4 van kerncentrale Mochovce aan de verzoekende partij zijn bezorgd en de Commissie aldus heeft nagelaten te handelen in de zin van artikel 265 VWEU, hetgeen een schending van lid 3 van verordening nr. 1049/2001 vormt;

de Commissie verwijzen in de kosten van het geding.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker vordert de nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 25 maart 2010 waarmee de bezwaarprocedure betreffende zijn klacht met betrekking tot de voltooiing van reactoren 3 en 4 van kerncentrale Mochovce in Slowakije werd beëindigd. Voorts stelt verzoeker dat hij niet alle gevraagde documenten inzake de voltooiing van reactoren 3 en 4 van kerncentrale Mochovce heeft ontvangen vanwege de Commissie zodat deze heeft nagelaten te handelen in de zin van artikel 265 VWEU.

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker aan dat de Commissie met haar beschikking van 25 maart 2010 richtlijn 2003/35/EG2 en het grondrecht van artikel 37 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie heeft geschonden.

Betreffende zijn verzoek om het verkrijgen van informatie, stelt verzoeker dat zijn onregelmatige behandeling ingaat tegen artikel 42 van het Handvest van de Grondrechten. Bovendien werd artikel 7 van verordening nr. 1049/2001 geschonden.

Voorts is verzoeker van mening dat de Commissie, door niet te reageren op zijn klacht en zijn verzoek om informatie, ook de verplichting tot handelen, zoals neergelegd in het EGA-Verdrag en nader gepreciseerd in het arrest van het Hof van 27 oktober 2009, ČEZ (C-115/08, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), heeft geschonden.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).

2 - Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu en, met betrekking tot inspraak van het publiek en toegang tot de rechter, tot wijziging van de richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad (PB L 156, blz. 17).