Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 8 september 2021 –
SBG/EUIPO – VF International (GEOGRAPHICAL NORWAY EXPEDITION)
(Zaak T‑459/20)
„Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniebeeldmerk GEOGRAPHICAL NORWAY EXPEDITION – Absolute weigeringsgrond – Absolute nietigheidsgrond – Artikel 52, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 59, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001] – Kwade trouw – Motiveringsplicht”
1. Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Aanvrager te kwader trouw bij de indiening van de merkaanvraag – Beoordelingscriteria – Inaanmerkingneming van alle relevante factoren die bestonden op het moment van indiening van de inschrijvingsaanvraag – Aanvrager die weet dat een derde een gelijk of overeenstemmend teken gebruikt – Oogmerk van de aanvrager
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, leden 2 en 4, en art. 52, lid 1, b)]
(zie punten 16, 17, 79)
2. Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Aanvrager te kwader trouw bij de indiening van de merkaanvraag – Begrip kwade trouw – Draagwijdte
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 52, lid 1, b)]
(zie punten 18, 19)
3. Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Aanvrager te kwader trouw bij de indiening van de merkaanvraag – Beoordelingscriteria – Noodzaak om het bewijs van het bestaan van gevaar voor verwarring van de conflicterende merken te leveren – Uitgesloten
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, a) en b), lid 2 en lid 5, art. 52, lid 1, b), en art. 53, lid 1, a)]
(zie punten 20‑22)
4. Uniemerk – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 94, lid 1, eerste zin, van verordening 2017/1001 – Draagwijdte identiek aan die van artikel 296 VWEU
(Art. 296 VWEU; verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 94, lid 1, eerste zin)
(zie punten 24, 92, 93)
5. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ambtshalve onderzoek door de rechter
(Art. 263 en 296 VWEU)
(zie punt 25)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 6 april 2020 (zaak R 664/2019‑1) inzake een nietigheidsprocedure tussen VF International en SBG |
Dictum
1) | | De beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 6 april 2020 (zaak R 664/2019‑1) wordt vernietigd. |
2) | | Het EUIPO en VF International Sagl worden verwezen in de kosten. |