Language of document : ECLI:EU:F:2009:122

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

24 september 2009

Zaak F‑94/07

Jean Rebizant e.a.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Bevordering – Bevorderingsronde 2006 – Vermenigvuldigingsfactor – Artikel 6, lid 2, van Statuut – Artikel 9 van bijlage XIII bij Statuut – Bevorderingsdrempel”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarmee Rebizant, Vlandas en Vocino vragen om nietigverklaring van het besluit van de Commissie om hen in het kader van de bevorderingsronde 2006 niet naar de rang AD 13 te bevorderen.

Beslissing: Het beroep wordt verworpen. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Falend middel

Indien een middel in het kader van een beroep tot nietigverklaring, zo het gegrond is, niet tot de door de verzoeker beoogde nietigverklaring kan leiden, moet het als een falend middel worden beschouwd. Wanneer een ambtenaar wiens bezoldiging wordt betaald uit de kredieten van een van de onderdelen van de algemene begroting beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de Commissie om hem niet te bevorderen, ofschoon dat niet mogelijk was omdat hij onvoldoende bevorderingspunten had verzameld, moet worden vastgesteld dat hij geen legitiem belang heeft bij de nietigverklaring van een besluit waarvan hij nu al zeker is dat het, indien het opnieuw wordt vastgesteld, wat hem betreft alleen maar identiek kan zijn.

(cf. punten 61 en 62)

Referentie:

Hof: 21 september 2000, EFMA/Raad, C‑46/98 P, Jurispr. blz. I‑7079, punten 37 en 38; 30 september 2003, Eurocoton e.a./Raad, C‑76/01 P, Jurispr. blz. I‑10091, punt 52

Gerecht van eerste aanleg: 6 juni 2007, Parlante/Commissie, T‑432/04, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑0000 en II‑A‑2‑0000, punt 38