Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 30 september 2003 ingesteld door Masdar (U.K.) Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-333/03)

    Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 30 september 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Masdar (U.K.) Ltd, gevestigd te Eversley, Hampshire (Verenigd Koninkrijk), vertegenwoordigd door Philip Bentley, QC, en Patrick Green, Barrister.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de Commissie te veroordelen tot betaling aan haar van:

i)het bedrag van 448 947,78 euro,

ii)interesten over dit bedrag, die op 31 juli 2003 98 121,24 GBP beliepen, vermeerderd met interesten vanaf 1 augustus 2003 tot de datum van uitspraak van het arrest,

iii)een vergoeding van 1 532 931,09 GBP voor materiële schade, winstderving en immateriële schade;

(de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten:

Volgens verzoekster is haar vordering gebaseerd op twee tussen de Commissie en een contractant gesloten TACIS-overeenkomsten met betrekking tot twee projecten in Moldavië en Rusland. De contractant had de levering van bepaalde diensten aan haar uitbesteed. Toen zij onregelmatigheden bij de contractant meende te ontdekken, had zij de diensten van de Commissie hiervan op de hoogte gebracht. Daar zij ervan was uitgegaan dat zij voor de verrichte diensten zou worden betaald, had zij de diensten verricht die noodzakelijk waren voor de verwezenlijking van de projecten waarvoor de overeenkomsten waren gesloten. Later had de Commissie alle betalingen aan de contractant gestaakt en reeds aan deze betaalde bedragen teruggevorderd.

Verzoekster stelt dat de Commissie het bedrag van 448 947,78 euro ten onrechte niet heeft betaald en haar daardoor verdere schade is toegebracht. De Commissie heeft geprofiteerd van de door haar verrichte diensten zonder iemand daarvoor te hebben betaald. De Commissie is op grond van de beginselen van ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming, en bescherming van het gewettigd vertrouwen alsmede de algemene beginselen van aansprakelijkheid wegens onrechtmatig handelen verplicht, haar voor de verrichte diensten te betalen. Voorts vordert zij interesten en vergoeding van de schade die zij heeft geleden doordat de Commissie onrechtmatig zou hebben nagelaten om haar voor de verrichte diensten te betalen.

____________