Language of document :

Beroep ingesteld op 21 juni 2013 – Energa Power Trading / Commissie

(Zaak T-338/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Energa Power Trading Promitheias kai Emporias Energeias AE (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

vast te stellen dat de Commissie de krachtens het Verdrag op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, doordat zij geen standpunt heeft ingenomen over de klacht van 9 december 2010 betreffende onrechtmatige staatssteun van de Griekse autoriteiten aan DEI, hoewel zij daartoe was aangemaand; en

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster één middel aan, te weten dat de Commissie heeft verzuimd om op te treden in verband met de vermeend onrechtmatige staatssteun ten gunste van DEI.

De Commissie heeft de fase van het inleidend onderzoek niet binnen een redelijke termijn afgesloten, doordat zij – hoewel zij daartoe was aangemaand – meer dan 28 maanden (of ten minste 26 maanden) lang geen standpunt (positief noch negatief) heeft ingenomen over verzoeksters klacht dat DEI onrechtmatige staatssteun zou hebben ontvangen. Aangezien die vertraging niet kan worden gerechtvaardigd door uitzonderlijke omstandigheden, heeft de Commissie nagelaten te handelen, hoewel zij op dit domein over een exclusieve bevoegdheid beschikt. Daarmee heeft zij de desbetreffende bepalingen van het Verdrag (te weten de artikelen 106, 107 en 265 VWEU) en van verordening nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag geschonden.