Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 13 april 2011 – Far Eastern New Century/Raad

(Zaak T‑167/07)

„Dumping – Invoer van polyethyleentereftalaat uit Taiwan – Vaststelling van dumpingmarge – Asymmetrische berekeningsmethode – Naar afnemers en tijdvakken uiteenlopende exportprijzen – Dumpingmarge waarvan werkelijke omvang niet kan worden weergegeven door symmetrische berekeningsmethode –Motiveringsplicht”

1.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vergelijking tussen normale waarde en uitvoerprijs – Gebruik van asymmetrische methode – Voorwaarden – Bestaan van verschillen inzake uitvoerprijzen – Verschillen naar afnemers, regio’s of perioden – Toereikendheid van bestaan van één enkel verschil (Verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11) (cf. punten 62, 94, 97)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vergelijking tussen normale waarde en uitvoerprijs – Gebruik van asymmetrische methode – Voorwaarden – Bestaan van verschillen inzake prijzen – Verschil in prijsconfiguratie tussen verschillende perioden – Inaanmerkingneming van binnenlandse prijzen – Daarvan uitgesloten (Verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11) (cf. punten 62, 71‑74, 94)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Keuze tussen verschillende berekeningsmethoden – Beroep op asymmetrische methode – Beoordelingsvrijheid van instellingen – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11) (cf. punt 64)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Verordeningen tot instelling van antidumpingrechten – Beslissing om asymmetrische methode toe te passen voor berekening van dumpingmarge (Art. 253 EG; verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11, 9, lid 4, en 21) (cf. punten 103‑106, 125‑127)

5.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vergelijking tussen normale waarde en uitvoerprijs – Gebruik van asymmetrische methode – Voorwaarden – Ongeschiktheid van symmetrische methoden om werkelijke omvang van dumpingpraktijk weer te geven – Verkrijging, door asymmetrische methode, van dumpingmarge die groter is dan door symmetrische methode verkregen dumpingmarge – Invloed (Verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11) (cf. punten 108‑111)

6.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Beroep op asymmetrische methode – Toepassing van mechanisme voor verlaging tot nul – Toelaatbaarheid (Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, „antidumpingcode 1994”, art. 2.4.2; verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 2, lid 11) (cf. punten 153‑154, 156‑158)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 192/2007 van de Raad van 22 februari 2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van polyethyleentereftalaat uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Thailand en Taiwan naar aanleiding van een onderzoek bij het vervallen van een maatregel en een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek uit hoofde van artikel 11, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 384/96 (PB L 59, blz. 1)

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Far Eastern New Century Corp. wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie.

3) De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten.