Language of document : ECLI:EU:T:2012:287





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 13 juni 2012 —
Insula/Commissie

(Zaak T‑246/09)

„Arbitragebeding — Overeenkomsten ter financiering van projecten inzake onderzoek en ontwikkeling — Contracten MEDIS en Dias.Net — Geen bewijsstukken en onverenigbaarheid met contractuele bepalingen van deel van gedeclareerde kosten — Inhouding van voor andere medecontractant bestemd bedrag — Terugbetaling van voorschotten — Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van beroep — Reconventionele vordering van Commissie — Gedeeltelijke afdoening zonder beslissing voor reconventionele vordering”

1.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Overeenkomst die voorziet in communautaire financiële bijstand voor project inzake onderzoek en ontwikkeling — Vordering tot terugbetaling van bepaalde kosten — Vordering tot schadevergoeding — Reconventionele vordering waarbij ook vertragingsrente wordt gevorderd — Toepassing van nationaal recht — Vaststelling van niet-nakoming van contractuele verplichtingen — Recht van Commissie op terugbetaling van voorschot, vermeerderd met vertragingsrente tegen rentetarief van Europese Centrale Bank (Art. 238 EG) (cf. punten 87, 124, 213‑216, 288)

2.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Aan nationaal recht onderworpen overeenkomst — Toepassing van nationale bevoegdheidsbepalingen — Daarvan uitgesloten (Art. 238 EG) (cf. punt 88)

3.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Beroep tot betwisting van grond van schuldvordering van instelling jegens haar medecontractanten — Beslissing van deze instelling tot invordering van deze schuldvordering — Beslissing die uitvoerbare titel vormt — Rechtsaard van deze beslissing omschreven in EG-Verdrag — Handeling die op grond van artikel 230 EG kan worden aangevochten (Art. 230 EG, 238 EG en 256 EG; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 72, lid 2) (cf. punten 93‑96)

4.                     Gerechtelijke procedure — Voorwerp van geschil — Wijziging in loop van geding — Wijziging van conclusies van beroep nadat verwerende instelling beslissing heeft genomen — Wijziging betreffende aard van beroep — Verbod (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punten 100‑104)

5.                     Gerechtelijke procedure — Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding — Beroep tot betwisting van grond van schuldvordering van instelling jegens haar medecontractanten — Reconventionele vordering tot invordering van deze schuldvordering — Beslissing die deze instelling in loop van geding neemt tot invordering van deze schuldvordering — Belang van verzoekende en verwerende partij bij handhaving van hun vorderingen (Art. 238 EG) (cf. punten 113‑116, 294‑302)

6.                     Gerechtelijke procedure — Overlegging van bewijsstukken — Termijn — Te late bewijsaanbiedingen — Voorwaarden (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 1) (cf. punt 143)

7.                     Gerechtelijke procedure — Aanvoering van nieuwe middelen in loop van geding — Voorwaarden — Aanvulling van bestaand middel en nauw verband ermee (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c, en 48, lid 2) (cf. punt 199)

8.                     Gerechtelijke procedure — Inleidend verzoekschrift — Vormvereisten — Vaststelling van voorwerp van geschil — Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen — Beroep tot vergoeding van door gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade — Verzoek tot schadevergoeding zonder nadere precisering — Niet-ontvankelijk (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 221, 262, 270)

Voorwerp

Vordering ertoe strekkende dat een schuldvordering van de Commissie voor 189 241,64 EUR ongegrond wordt verklaard en de Commissie wordt veroordeeld tot het opstellen van een „creditnota” voor dit bedrag en tot betaling van schadevergoeding voor een bedrag van 212 597 EUR, primair, en 230 025 EUR, subsidiair

Dictum

1)

Het beroep van de Conseil Scientifique international pour le développement des îles (Insula) wordt verworpen.

2)

Op de reconventionele vordering van de Commissie behoeft niet meer te worden beslist voor zover zij strekt tot veroordeling van Insula tot betaling van de hoofdsom, te vermeerderen met rente, uit hoofde van het contract Dias.Net.

3)

Insula wordt veroordeeld tot betaling aan de Commissie van de hoofdsom van 157 983,11 EUR, te vermeerderen met vertragingsrente tegen het tarief van 2,75 % per jaar te rekenen vanaf 16 mei 2009 tot de dag van integrale betaling van de hoofdsom.

4)

Insula zal haar eigen kosten en de kosten van de Commissie dragen, daaronder begrepen de kosten in het kort geding.