Language of document :

Beroep ingesteld op 29 juni 2009 - Insula / Commissie

(Zaak T-246/09)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Conseil scientifique international pour le développement des îles (Insula) (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: P. Marsal en J.-D. Simonet, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

vaststellen dat de vordering van de Commissie tot terugbetaling van een bedrag van 189 241,64 EUR ongegrond is, en de Commissie derhalve gelasten een creditnota voor een bedrag van 189 241,64 EUR uit te reiken;

de Commissie veroordelen tot betaling van een schadevergoeding ten bedrage van 212 597 EUR;

subsidiair, verklaren dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van 230 025 EUR;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met dit beroep, dat berust op een arbitragebeding, verzoekt verzoeker het Gerecht vast te stellen dat de debetnota's van 25 september 2008, 26 maart 2009 en 26 mei 2009, waarmee de Commissie naar aanleiding van een auditverslag van OLAF de inning vordert van de aan verzoeker betaalde voorschotten, onverenigbaar zijn met de bepalingen van de overeenkomsten IST-2001-35077 DIAS.NET en IST-1999-20896 MEDIS, die zijn gesloten in het kader van een specifiek programma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het terrein van de informatiemaatschappij (1998-2002). Subsidiair vordert verzoeker schadevergoeding.

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Met zijn eerste middel betwist verzoeker de opeisbaarheid van de schuldvordering van de Commissie en is van mening dat alle bij de Commissie gedeclareerde kosten moeten worden beschouwd als voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

In het kader van zijn tweede middel betoogt hij dat de Commissie de verplichting tot loyale samenwerking en goede trouw bij de uitvoering van de overeenkomst niet is nagekomen, in die zin dat de Commissie haar eigen contractuele verplichtingen niet naar behoren is nagekomen, in het bijzonder door het door verzoeker ingediende voorstel van een aanvullende activiteit gedurende lange tijd onbeantwoord te laten en door over te gaan tot een onrechtmatige opzegging van de MEDIS-overeenkomst wegens ontoereikende resultaten, terwijl daarover voordien nooit is gerept en deze volgens verzoeker enkel kunnen worden toegeschreven aan de Commissie.

Met zijn derde middel wijst verzoeker op het onevenredige karakter van de geldstraf die de Commissie heeft opgelegd wegens de vermeende niet-nakoming van bepaalde boekhoudkundige verplichtingen die, zelfs indien zij waren aangetoond, niet het recht zouden verlenen op terugbetaling - overeenkomstig de beginselen van het Belgische administratief en burgerlijk recht - van bijna alle toegekende voorschotten. Verzoeker beroept zich derhalve op het recht op een vergoeding voor de verrichte diensten.

Met zijn vierde middel voert verzoeker aan dat de Commissie het beginsel van behoorlijk bestuur en de rechten van de verdediging niet heeft geëerbiedigd bij het beheer van het onderzoek en de audit.

____________