Language of document :

Beroep ingesteld op 22 juli 2010 - Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden

(Zaak C-368/10)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekster: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Zadra en F. Wilman, gemachtigden)

Verweerder: Koninkrijk der Nederlanden

Conclusies

1.     Vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, doordat de aanbestedende dienst in het kader van de gunning van een overheidsopdracht voor de levering en het beheer van koffieautomaten, gepubliceerd onder nummer 2008/S 158-213630,

-     in de technische specificaties het Max Havelaar- en het EKO-keurmerk, althans keurmerken met vergelijkbare of dezelfde uitgangspunten, heeft voorgeschreven, zulks in strijd met artikel 23, leden 6 en 8, van richtlijn 2004/18/EG1,

-     ter toetsing van de bekwaamheid van de ondernemers criteria en bewijsmiddelen betreffende duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft opgenomen, zulks in strijd met artikel 48, leden 1 en 2, artikel 44, lid 2, althans artikel 2, van voornoemde richtlijn,

-     bij het formuleren van de gunningscriteria een verwijzing naar het Max Havelaar- en/of het EKO-keurmerk, althans naar keurmerken met dezelfde uitgangspunten, heeft opgenomen, zulks in strijd artikel 53, lid 1, van voornoemde richtlijn,

de krachtens voornoemde artikelen van richtlijn 2004/18/EG op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

2.     Het Koninkrijk der Nederlanden in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie is van mening dat Nederland in het kader van de door de Provincie uitgeschreven aanbestedingsprocedure voor de levering en het beheer van koffieautomaten de verplichtingen niet is nagekomen die krachtens het recht van de Unie inzake overheidsopdrachten, en met name richtlijn 2004/18/EG, op hem rusten. De geconstateerde inbreuken betreffen, ten aanzien van de technische specificaties artikel 23, leden 6 en 8, ten aanzien van de toetsing van de bekwaamheid van de ondernemers artikel 48, leden 1 en 2, artikel 44, lid 2, althans artikel 2, en ten aanzien van de gunningscriteria artikel 53, lid 1, van deze richtlijn.

____________

1 - Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114).